Gevolgen van de sluiting

1. Wat zijn de huurrechtelijke gevolgen van een sluiting?
   Op grond van artikel 7:231 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek is het voor de verhuurder mogelijk om na een sluiting een huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. Door enkele wetswijzigingen is dat ook mogelijk bij de sluiting op grond van artikel 174a Gemeentewet (zowel de a-, b- als c-grond).[1] Zie over buitengerechtelijke ontbinding: hetccv-woonoverlast.nl

2. Moet een verhuurder altijd buitengerechtelijk ontbinden na sluiting?
   Nee. De regering heeft heel duidelijk aangegeven dat een buitengerechtelijke ontbinding na sluiting geen automatisme mag zijn.[2] Dat moet gebeuren in redelijkheid en billijkheid.[3] De burgemeester moet ook meewegen of de verhuurder van plan is om de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden na een sluiting.

3. Wat zijn bestuursrechtelijke gevolgen van een sluiting?
   Op grond van de Woningwet (de Wet Victor) is het onder voorwaarden mogelijk een gesloten pand verplicht in beheer te laten geven. Als dat geen effect heeft dan is onteigening een optie. De wetswijziging heeft inbeheername en onteigening ook mogelijk gemaakt op basis van sluiting op basis van de b- en c-grond. Aan inbeheername en onteigening zijn heel strenge eisen verbonden.[4] Zie voor meer informatie over deze instrumenten: hetccv-woonoverlast.nl

4. Kan de burgemeester een sluiting verlengen?
   Ja, artikel 174a lid 3 Gemeentewet staat verlenging van een sluiting toe als er sprake is van ernstige vrees voor herhaling van de ernstige verstoring van de openbare orde. Tegen het besluit om te verlengen staat rechtsbescherming open.
5. Moet het besluit tot sluiting worden ingeschreven in het Kadaster?
   Ja, in Europees Nederland moet een sluitingsbesluit van de burgemeester binnen vier dagen na de dag van bekendmaking worden ingeschreven in het Kadaster. De verplichting tot inschrijving vloeit voort uit de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen. Ook het vervallen van de beperking moet worden ingeschreven. De verplichting tot inschrijving gold al voor sluitingen op grond van de al eerder bestaande sluitingsbevoegdheid van artikel 174a (nu: de a-grond). Door inschrijving in het Kadaster wordt bijvoorbeeld aan potentiële kopers kenbaar gemaakt dat zij een gesloten pand kopen. In Caribisch Nederland geldt deze verplichting niet.

[1] Kamerstukken II 2022-2023, 36217, nr. 3, p. 10-11 & 27.

[2] Kamerstukken II 2022-2023, 36217, nr. 3, p. 10 & 27.

[3] Kamerstukken I 2022-2023, 36217, C, p. 9.

[4] Kamerstukken II 2022-2023, 36217, nr. 6, p. 8.