Vader moest op de hoogte zijn van drugsactiviteiten zoon

ABRvS 5 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2856
In een sociale huurwoning worden 79,2 gram cocaïne, 10,3 gram MDMA, 2,4 gram heroïne en handelsgerelateerde voorwerpen aangetroffen. De burgemeester van Dordrecht sluit de woning voor de duur van 3 maanden. De appellant meent dat er geen noodzaak bestaat voor de sluiting. Ook vindt hij dat hij onevenredig in zijn belangen wordt geschaad door de sluiting (ontbinding huurovereenkomst en plaatsing op zwarte lijst) en dat hem geen verwijt treft, aangezien het ging om de drugs van zijn zoon. De Afdeling oordeelt dat de sluiting noodzakelijk was. Het gaat om een ernstig geval (meer dan 90 gram harddrugs). Daarnaast ligt de woning in een veiligheidsrisicogebied. Ook zijn er zijn 5 registraties uit politiesystemen waarin aanwijzingen van handel naar voren komen. Aan het betoog van appellant dat hem geen verwijt kan worden gemaakt gaat de Afdeling voorbij. Er bestaan voldoende aanwijzingen dat de vader op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs. Daarnaast had de vader extra nauwlettend moeten zijn (hij was op de hoogte van eerder drugsgebruik door zijn zoon). Ook de gevolgen van de sluiting zijn niet onevenredig in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.