Ernst van de overtreding weegt zwaarder dan de huurrechtelijke gevolgen

ABRvS 22 maart 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1139
De burgemeester van Leeuwarden sluit een woning voor de duur van 6 maanden. Tijdens een doorzoeking van de politie (in het kader van een onderzoek naar internationale drugscriminaliteit) is een grote hoeveelheid aan harddrugs aangetroffen. Vanwege de grote hoeveelheid en de verschillende soorten harddrugs (onder andere GHB, MDMA, amfetamine en cocaïne) mag de burgemeester aannemen dat in of vanuit de woning wordt gehandeld. Het betoog van appellante dat de woning van iedere drugsverslaafde kan worden gesloten als de burgemeester al optreedt vanwege de enkele aanwezigheid van een handelshoeveelheid slaagt niet.
De noodzaak van de sluiting blijkt volgens de Afdeling uit de rol die de woning in een grootschalig drugsonderzoek van de politie speelt en de aangetroffen middelen die gebruikt worden bij de productie van GHB. Daarnaast verbleef een kennis van appellante uit een vroegere kring van drugsgebruikers in de woning. Dit zijn volgens de Afdeling voldoende aanwijzingen om aan te nemen dat in of vanuit de woning werd verhandeld.
Appellante betoogt nog dat de noodzaak van de sluiting ontbreekt, omdat er 4 maanden tussen het aantreffen van de drugs en de datum van de sluiting zit. De 4 maanden worden echter niet gezien als een onredelijk lange periode. Daarnaast is deze periode juist bedoeld om vervangende woonruimte te vinden.
De appellante betoogt tot slot dat de sluiting niet evenredig is, omdat er geen belang is toegekend aan de vraag of zij een vervangende woonruimte kan vinden, omdat haar huurovereenkomst wordt ontbonden en omdat zij mogelijk op een zwarte lijst wordt geplaatst. De Afdeling overweegt echter dat deze gevolgen niet zonder meer in de weg staan aan sluiting van een woning, gelet op de ernst en omvang van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van appellante.