Ga naar de inhoud

Secondant: ‘We moeten veel meer de wijken in, maar dan op een goede manier’

Emile Kolthoff voor Secondant

Versterk het jongerenwerk, investeer in reclassering en zet politiecapaciteit in voor de echt grote vissen in de drugshandel. Dat zegt hoogleraar Criminologie Emile Kolthoff in Secondant in een terugblik op zijn carrière. Hij zag de criminaliteit rauwer worden en preventie is geboden. “Dit kabinet gaat straks afbreken wat we juist zo hard nodig hebben.”

Politieacademie

Het had weinig gescheeld of Emilie Kolthoff was helemaal geen hoogleraar Criminologie en lector Ondermijning geworden, maar had hij voor de klas gestaan om Nederlands te doceren. Halverwege de jaren ’70 trok een advertentie van de Politieacademie in de radiogids zijn aandacht. Hij had het niet breed thuis, dus een gratis opleiding met baangarantie leek hem wel wat, vertelt hij in Secondant.

Afscheid

De jonge Kolthoff knipte een couponnetje uit voor een informatiepakket en stuurde dat op. Er waren zo’n 3000 gegadigden voor 60 opleidingsplaatsen, maar met stijgende verwondering kwam hij alle rondes door. Eind juni nam Kolthoff afscheid van de Open Universiteit en ging met emeritaat. Hoe heeft hij zijn vakgebied in de afgelopen 40 jaar zien veranderen?

Heroïne-epidemie

Kolthoff begon in 1976 met 4 jaar Politieacademie en een stage bij de Rijkspolitie in district Amsterdam, waar hij in die tijd woonde. Na de opleiding kwam hij in 1980 terecht bij de Rijkspolitie in Maastricht. Die regio had toen te maken met een grote drugsproblematiek. Dit was de periode van de heroïne-epidemie.

Hulpverlening

Het heroïnebeleid werd lokaal aangepakt, er was geen rijksbeleid. Elke gemeente met heroïneproblematiek maakte eigen beleid. Kolthoff: “In onze regio was de heroïne-aanpak vooral een strategie van ‘harm-reduction’ en hulpverlening, want Zuid-Limburg had al vlot in de gaten dat repressie niet werkt.” Een gemeente heeft vooral last van de overlast door verslaafden.

Gedoogbeleid

Daarom werd er op een gegeven moment methadon verstrekt en mochten verslaafden onder medisch toezicht gebruiken in gebruikersruimtes. “Later werd de aanpak van harm-reduction landelijk overgenomen. Uit die strategie is ook het gedoogbeleid voortgekomen en nog weer later de coffeeshops. De bedoeling hiervan was om de overlast op straat tegen te gaan en om soft- van harddrugs te scheiden. Dat was redelijk succesvol, maar het is doorgeslagen en daarom hebben we nu ellende met de synthetische drugsproblematiek.”