Secondant: Veelgestelde vragen over dodelijk geweld tegen vrouwen

De afgelopen weken zijn meerdere gevallen van (huiselijk) geweld tegen vrouwen met dodelijke afloop in het nieuws geweest. Toeval? Hoogleraar Janine Janssen weet veel over geweld in afhankelijkheidsrelaties en daarom krijgt ze veel vragen. Ze beantwoordt in Secondant de meest gestelde.
Janssen is onder meer lector Afhankelijkheidsrelaties en hoofd onderzoek bij het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld. Ze vertelt: “Als het in de Nederlandse media en binnen de politie over femicide gaat, dan gaat het doorgaans over vrouwen die door hun (ex-)partner gedood zijn. Dus niet alle dodelijke geweld tegen vrouwen wordt onder de noemer femicide gebracht.”
Stijging of daling femicide?
Het is volgens haar lastig om op basis van cijfers tot harde uitspraken te komen over stijging of daling van femicide. “Het CBS turft het geslacht van slachtoffers en plegers. We komen weinig te weten over gender, dat wil zeggen de sociale verwachtingen en patronen met betrekking tot het gedrag van mannen en vrouwen.”
En dat is nou net waar volgens de hoogleraar de term femicide over gaat: vrouwen worden gedood omdat ze vrouw zijn. Janssen: “Maar om erachter te komen of dat vrouw-zijn daadwerkelijk de dader gemotiveerd heeft, is dus een genderanalyse nodig. Die haal je niet uit de kale cijfers.”
Voorkomen dodelijk geweld
Janssen krijgt naar aanleiding van een incident soms de vraag of die specifieke zaak voorkomen had kunnen worden. Dat vindt ze lastig te beantwoorden. “De vraag veronderstelt dat er één moment, één beslissing, één ingreep had kunnen zijn die alles had kunnen veranderen. Maar huiselijk geweld – en zeker femicide – is zelden het gevolg van één gebeurtenis.”
Wat er dan wel nodig is? Lees het volledige artikel in Secondant ›