Secondant: Onze migratiesamenleving vraagt om realisme

Verspreid over het land proberen gemeenten grip te krijgen op de honderdduizenden mensen die naar Nederland komen. “Die migratie is divers én structureel”, vertelt migratiedeskundige Roel Jennissen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Van laaggeschoolde arbeidsmigranten en statushouders die op de vlucht zijn, tot internationale studenten en kennismigranten. En al deze mensen moeten landen. In een wijk, straat, klaslokaal. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de opvang, huisvesting, integratie en handhaving. Migratie, kortom, is de dagelijkse praktijk in vrijwel elke gemeente.
Te weinig handvatten
Het probleem met het huidige beleid is ten eerste dat het gemeenten te weinig handvatten biedt. “Huisvesting, integratie, onderwijs, zorg worden allemaal lokaal opgelost.” En dat lukt nu niet goed, aldus Jennissen. Het huidige beleid is bovendien fragmentarisch en weinig voorspelbaar. Telkens wordt een deel van het systeem aangepast – inburgering, opvang, spreiding – zonder dat er een heldere koers is voor het geheel. Jennissen: “Beleid wordt bovendien te vaak gebaseerd op uitzonderingen of incidenten. Dan gaat het ineens over een paar honderd nareizigers, terwijl zij niet degenen zijn die echt druk op ons systeem leggen.”
Vast onderdeel
Jennissen pleit daarom voor realisme in het integratiebeleid. “Migratie is – of we dat nou willen of niet – allang geen tijdelijk verschijnsel of uitzonderlijke situatie meer, maar voorlopig een vast onderdeel van onze samenleving. Het is iets waartoe je je moet verhouden. We moeten daarom, tenzij we gaan tornen aan de internationale verdragen, stoppen met doen alsof migratie in grote mate stuurbaar is. Je kunt je energie beter steken in het realistisch en praktisch organiseren van de instroom. Gemeenten staan vooraan in de opvang en integratie van migranten, maar kunnen het niet alleen. Daarom hebben we beleidsmaatregelen nodig die lokaal werken.”
Stappen zetten
Lokaal zijn er volgens Jennissen ook nu al genoeg stappen te zetten. Denk aan passende huisvesting, toegang tot taal en werk, en ondersteuning op wijkniveau. Mooie voorbeelden ziet hij in Limburg, maar ook internationaal: in Canada, Denemarken en Australië.
Benieuwd welke voorbeelden dat zijn? Lees het hele artikel in Secondant ›