Opleggen van sanctie aan WW-ontvanger weinig effectief

Het opleggen van een sanctie aan WW-ontvangers als ze niet aan de sollicitatieplicht hebben voldaan, is weinig effectief. Dat blijkt uit onderzoek onder 50.000 WW-ontvangers door onderzoekers van de Radboud Universiteit en de Universiteit Utrecht in samenwerking met het UWV.

Het onderzoek kan van belang zijn voor overheidsinstanties die met sancties werken. De onderzoekers publiceren hun resultaten in het rapport ‘Sancties voor burgers: een bruikbaar instrument voor gedragsverandering?’ op de website van het onderzoeksprogramma Handhaving en Gedrag.
Sollicitatieplicht
Elke WW-ontvanger moet gemiddeld 1 keer per week solliciteren. Via een online systeem van UWV moeten de WW-ontvangers registreren of ze bijvoorbeeld een sollicitatiebrief hebben gestuurd of een netwerkgesprek hebben gevoerd. Als ze zich niet aan hun sollicitatieplicht houden, kunnen ze een sanctie – dat wil zeggen een korting op de uitkering – of een waarschuwing krijgen. Maar hoe effectief zijn deze sancties en waarschuwingen?
Sancties weinig effectief
Uit het onderzoek blijkt dat sancties ervoor zorgen dat mensen zich beter aan hun sollicitatieplicht houden: het krijgen van een sanctie vermindert de kans op een nieuwe overtreding met veertig procent. Er is echter geen bewijs dat sancties mensen stimuleren om daadwerkelijk intensiever op zoek te gaan naar nieuw werk. Verder zijn er aanwijzingen dat mensen die een sanctie krijgen, na verloop van tijd minder inkomen uit hun werk halen. Sancties blijken dus weinig effectief.
Waarschuwingen zorgen er daarentegen wel voor dat mensen intensiever op zoek gaan naar nieuw werk. Er zijn bovendien geen aanwijzingen dat waarschuwingen ongewenste bijeffecten hebben. De bevindingen wijzen er dus op dat de waarschuwingen motiverend werken.
Minder sancties, meer waarschuwingen?
Volgens een van de auteurs, psycholoog Erik Bijleveld van de Radboud Universiteit, geven de resultaten van het onderzoek aanleiding om nog eens goed te kijken naar de huidige invulling van de sollicitatieplicht. “We weten al dat het aantal sollicitaties geen sterke relatie heeft met het vinden van een nieuwe baan. Dus waarom zou je willen sturen op dit aantal? Het is waarschijnlijk beter om de zorgvuldigheid en de kansrijkheid van sollicitaties te stimuleren. Dat kan door middel van coaching of training, maar ook door inzet van een nieuwe belonings- of sanctiestructuur.”
Medeauteur Timo Verlaat, promovendus economie van de Universiteit Utrecht, denkt dat het rapport nuttig kan zijn voor overheidsinstanties en beleidsmakers. “Overheidsinstanties die sancties gebruiken doen er goed aan regelmatig te kijken of ze het gewenste resultaat opleveren. Waarom is er überhaupt gekozen voor sancties?” Daar kunnen volgens Verlaat natuurlijk goede redenen voor zijn. “Aan de andere kant laat ons rapport zien dat je er niet zomaar vanuit kan gaan dat sancties effectief zijn. Gebruik maken van een systeem waarin waarschuwingen de nadruk hebben en waarin sancties vooral gebruikt worden in zware gevallen, zou een goed alternatief kunnen zijn.”
Bevindingen
Op 28 september presenteerden de onderzoekers hun bevindingen tijdens het online congres van Handhaving en Gedrag. Het rapport ‘Sancties voor burgers: een bruikbaar instrument voor gedragsverandering?’ is beschikbaar via handhavingengedrag.nl. Daar staan meer gedragswetenschappelijke onderzoeken naar handhavingsvraagstukken.
Wil je meer weten? Neem dan contact op met:
- Erik Bijleveld, 024 3612636, erik.bijleveld@ru.nl
- Persvoorlichting & wetenschapscommunicatie Radboud Universiteit, media@ru.nl, 024 361 6000
Het programma Handhaving en Gedrag
Het programma Handhaving en Gedrag richt zich op de ontwikkeling en verspreiding van wetenschappelijke kennis over gedrag in relatie tot regelnaleving. Vanuit verschillende disciplines van de wetenschap kijkt het programma naar de grote beleids- en handhavingsvraagstukken.
Het programma Handhaving en Gedrag is een samenwerkingsverband tussen de Belastingdienst, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), Inspectie SZW en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV). Het expertiseteam Gedrag en samenleving van het CCV verzorgt de projectleiding van het programma.
Meer weten?
– Programma Handhaving en Gedrag