CCV-adviseur: “Cameratoezicht is niet de oplossing maar een hulpmiddel”
Rodney Haan, adviseur bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV), sprak dinsdag met specialisten van afdelingen Openbare Orde en Veiligheid (OOV) en cameratoezicht van Limburgse gemeenten. Hij was uitgenodigd door de gemeente Maastricht. Het onderwerp was ‘juridische kaders cameratoezicht’.
In het prachtige stadhuis van Maastricht waren zo’n 15 medewerkers van gemeenten bij de sessie aanwezig. “Ik word meestal door gemeenteraden uitgenodigd om over dit onderwerp te spreken. Als gemeenten mij uitnodigen is dat meestal individueel en geef ik 1 op 1 advies”, vertelt de CCV-adviseur. “Ik spreek niet vaak zoals dinsdag voor zo’n grote groep specialisten.”
Rafelrandjes cameratoezicht
Volgens Haan was er in de zaal veel kennis en kunde over cameratoezicht aanwezig. “Het ging in deze sessie meer over de rafelrandjes van cameratoezicht. Daarin kan sparren met het CCV enorm helpen.” Met rafelrandjes bedoelt Haan situaties waarbij het spannend wordt. “Door daarover in gesprek te gaan, kunnen de OOV’ers en specialisten cameratoezicht een betere afweging maken over wat ze met de beelden kunnen doen of ze krijgen juist de bevestiging van wat ze zelf al dachten dat het beste zou zijn.”
"Sparren met het CCV kan enorm helpen"
Een externe partij zoals het CCV naar de zaak te laten kijken, zorgt ervoor dat dit gebeurt door iemand die niet diep in de problematiek zit en de politieke wens op een afstand aanschouwt. Oftewel de CCV-adviseur kijkt heel objectief wat wel en wat niet kan.
Als voorbeeld noemt Rodney Haan een camera die in een wijk is geplaatst voor de veiligheid in de openbare ruimte, maar waarbij ook de ondergrondse vuilcontainers in beeld zijn. “Mag je dan als iemand het afval verkeerd aanbiedt, die beelden gebruiken voor opsporing van die persoon? Het antwoord is ja.”
Handhavers en camera's
De vraag is natuurlijk wel hoe je dat doet. “Stel er komt een fietser met een grijze vuilniszak, ga die dan maar eens opsporen. Maar is het iemand met een auto en het kenteken is in beeld, dan is dat een heel ander verhaal. Dat zijn de nuances waarin je zit”, vertelt Haan. De vraag is of in dat geval alleen een camera genoeg is. “Misschien wil je handhavers in de buurt laten posten, zodat die gelijk een signalement doorkrijgen.”
De CCV-adviseur kreeg uitdagende vragen tijdens de sessie, zoals of je meerdere juridische regimes kunt combineren op 1 camera. “Als je 1 camera hebt voor het bekijken van het verkeer in de spits, maar ook voor de veiligheid in een winkelgebied tijdens dezelfde tijd, dan kun je die niet combineren. Je kunt niet én de camera richten op auto’s én draaien naar de winkels. Daarin moet je keuzes maken”, legt Haan uit. Toch willen gemeenten graag efficiënt omgaan met de middelen. “Je mag wel tegelijk beelden maken van het verkeer en van het winkelgebied, maar dan moet je de opslag ervan scheiden. Verkeersbeelden horen niet toe aan de politie, openbare orde wel.”
Consequenties cameratoezicht
Als CCV-adviseur geeft Rodney Haan niet aan wat er moet worden gekozen, maar hij wijst wel op de consequenties. “Het belangrijkste dat een gemeente zich moet afvragen is waarom ze wel of geen camera’s moeten nemen. En als ze camera’s hebben, komt de vraag in hoeverre ze daadwerkelijk bijdragen aan verbetering van veiligheid. Juist de vraag waarom zorgt ervoor dat ze tot een goede onderbouwing komen.”
Bij de sessie was ook een functionaris gegevensbescherming aanwezig. “Het is goed om die vanaf het begin erbij te betrekken, want die kan dan kijken wat mogelijk is bij het delen van gegevens. Als je dat aan het einde doet, kan de functionaris alleen nog maar achteraf toetsen.” Haan ziet dat gemeenteraden bij wensen over het handhaven van de openbare orde en veiligheid, vaak snel grijpen naar cameratoezicht. “Maar je kunt ook andere maatregelen nemen. Cameratoezicht zou een uiterst middel moeten zijn, een sluitstuk. Het is niet de oplossing maar een hulpmiddel.”