Inzicht in dekmantelfirma’s met het CCV-barrièremodel

Criminele netwerken maken op grote schaal gebruik van dekmantelfirma’s. Het dekmantelteam van de Zeehavenpolitie van Rotterdam wilde meer zicht op deze werkwijze om kwetsbaarheden in het proces bloot te leggen en gericht aan te pakken. Voormalig projectleider Ronald Heesbeen vertelt hoe het barrièremodel van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (het CCV) uitkomst bood.
Heesbeen was voormalig projectleider en mede-initiatiefnemer vanuit de Zeehavenpolitie. In de Rotterdamse haven bogen ze zich destijds over de vraag hoe te voorkomen dat criminele netwerken misbruik maken van de logistieke keten. Met die vraag startte een proeftuin in de Rotterdamse haven.

Wat begon als een tijdelijke aanpak rondom dekmantelfirma’s, is inmiddels uitgegroeid tot een structureel team binnen de Zeehavenpolitie. Hun missie: de weerbaarheid van sectoren vergroten. In eerste instantie lag de focus op de transportsector, omdat daar veel misstanden met dekmantelfirma’s werden gesignaleerd. Om kwetsbaarheden zichtbaar te maken en gericht aan te pakken, kreeg het barrièremodel van het CCV een prominente rol.
Aanpak dekmantelfirma’s in de transportsector
“In 2023 konden we met steun van de zogeheten mainport-gelden een proeftuin opzetten gericht op de aanpak van dekmantelfirma’s in de transportsector,” vertelt Heesbeen. “De aanleiding kwam voort uit een groeiend besef dat criminele netwerken op grote schaal gebruik maken van schijnbaar legitieme bedrijven om smokkelwaar, met name cocaïne, de haven binnen te krijgen.
Criminele netwerken maken op grote schaal gebruik van schijnbaar legitieme bedrijven om smokkelwaar, met name cocaïne, de haven binnen te krijgen.”
Maar wat is een dekmantelfirma precies? Heesbeen legt uit: “Dekmantelfirma’s worden ook wel ‘criminal front stores genoemd’. In de meest zuivere vorm is het een bedrijf dat puur en alleen is opgezet om criminele handelingen mee te plegen.” Maar in de praktijk ziet de Zeehavenpolitie dat het genuanceerder is. “Vaak gaat het om bedrijven die deels legitiem opereren, maar tegelijkertijd ruimte bieden voor criminele activiteiten. Dat maakt ze lastiger te herkennen én aan te pakken.”
Criminelen misbruiken kwetsbaarheden haven
In plaats van individueel onderzoek na individueel onderzoek te doen, besloot het team het probleem fundamenteler aan te pakken. “We zagen dat telkens opnieuw bedrijven op vergelijkbare manieren misbruik maakten van dezelfde kwetsbaarheden. Dan kun je je blijven richten op het bestrijden van individuele dekmantelfirma’s, maar uiteindelijk blijft het dweilen met de kraan open,” aldus Heesbeen. “Ons uitgangspunt is dat als we de kwetsbaarheden in het proces blootleggen en aanpakken, we het systeem als geheel minder aantrekkelijk en toegankelijk maken voor misbruik. Zo voorkomen we dat toekomstige bedrijven überhaupt dezelfde route kunnen volgen.”
Het barrièremodel brengt crimineel proces in kaart
Op zoek naar een methode om die kwetsbaarheden in kaart te brengen, kwam het team uit bij het barrièremodel. Met dit model onderzoek je welke stappen binnen het criminele proces worden gezet en waar daarin de zwakke plekken zitten. Zo wordt duidelijk waar maatregelen nodig zijn.

En met dit model bundelen niet alleen de verschillende politieonderdelen informatie. “We hebben actief kennispartners betrokken, zoals het landelijke programma Transport Facilitated Organized Crime (TFOC), de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO), de Kamer van Koophandel, banken en Transport en Logistiek Nederland,” vertelt Heesbeen. “Zij brengen allemaal cruciale inzichten in. Alleen zo krijg je een compleet beeld.”
Het resultaat: een overzichtelijk document dat inzicht geeft in wie betrokken is (faciliterende partijen), welke kwetsbaarheden in het proces bestaan, hoe je dat kunt waarnemen en waar concrete barrières kunnen worden opgeworpen.
Weerbaarheid als doel
Het barrièremodel is geen einddoel op zich, benadrukt Heesbeen. “Het is een middel. Wat we echt willen, is de weerbaarheid van de sector vergroten. Bedrijven en kwetsbaarheden moeten minder makkelijk misbruikt kunnen worden, en mensen in de sector moeten leren om het hele proces – van inschrijving tot uitvoering – met een kritischer oog te bekijken.”
Het model nodigt bovendien uit tot dialoog. Het is een gestructureerd uitgangspunt om met alle betrokkenen – politie, overheid, bedrijfsleven, brancheorganisaties en toezichthouders – in gesprek te gaan over wat er concreet nodig is om de weerbaarheid te vergroten. Sommige barrières zijn volgens Heesbeen relatief eenvoudig te realiseren, zoals de sector bewust maken van het fenomeen.
Andere vereisen structurele aanpassingen op beleidsniveau. “De lage drempel voor inschrijving bij de KvK, het ontbreken van antecedentencontrole en de mogelijkheid om katvangers in te zetten zijn bijvoorbeeld zwaktes in het systeem. Daar moet echt op landelijk of ministerieel niveau over gesproken worden. Die veranderingen kunnen we als lokaal team niet zelf doorvoeren, maar we agenderen het wel op het niveau waar die aanpassingen wel gedaan kunnen worden.”
Van papier naar praktijk
De komende periode staat in het teken van invoering van maatregelen, hierover spreken met elkaar en het vertalen van barrières naar praktische handvatten. Daar doet Heesbeen een oproep voor: “”Laten we met zijn allen proberen om dit barrièremodel van het papier te krijgen. Dat kunnen wij niet alleen.”
Hij hoopt op inzet van álle betrokken partijen, van overheid tot bedrijfsleven, van brancheverenigingen tot handhavers, om deze gezamenlijke verantwoordelijkheid in de praktijk te brengen. “Alleen dan maken we écht het verschil.” Dus heb je hier ideeën over? Mail gerust naar dekmantelteam.zeehaven@politie.nl.
Meer informatie
Bekijk het barrièremodel op www.barrieremodellen.nl. Hiervoor is het nodig om in te loggen.