Ga naar de inhoud

Gedragskennis onmisbaar bij beleid en veiligheid

Foto van CCV-adviseur Mick Claessens

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) presenteerde onlangs het rapport ‘Tien jaar later: hoe nu verder?, een terugblik op het baanbrekende advies ‘Met kennis van gedrag beleid maken uit 2014’. De conclusie: gedragswetenschap is inmiddels onmisbaar, maar nog onvoldoende verankerd in de manier waarop beleid tot stand komt.  

Ook het CCV heeft een gedragsteam. Vier gedragsadviseurs werken dagelijks aan projecten waarbij gedragsbeïnvloeding een belangrijke rol speelt. Hoe kijken zij naar het rapport? En waar zijn ze zoal mee bezig? We gingen in gesprek met gedragsadviseur Mick Claessens.

De WRR stelt dat gedragswetenschap onmisbaar is, maar nog onvoldoende verankerd in beleid. Herken je dat in je dagelijkse werk? 

Mick: “Ja, dat herken ik zeker. Gedrag is een factor die eigenlijk in vrijwel alle beleidsvraagstukken een rol speelt, maar het krijgt nog niet altijd aandacht. Tegelijkertijd merk ik gelukkig dat de belangstelling groeit: steeds meer organisaties weten ons te vinden en ervaren dat gedragsinzichten echt verschil maken. Dat geeft vertrouwen dat gedragswetenschap steeds een vanzelfsprekender onderdeel wordt van beleid en uitvoering.”

Jij ziet dus dat de vraag naar gedragskennis de afgelopen jaren is gegroeid? 

Mick: “Zeker, de vraag naar gedragskennis is de afgelopen jaren duidelijk gegroeid. Voorheen werd gedrag vaak pas aan het einde van een project bekeken, tegenwoordig willen organisaties het vanaf de start meenemen. Vaak komen organisaties er in zo’n beginfase achter dat ze niet één specifieke gedraging willen veranderen, maar meerdere gedragingen tegelijkertijd. De eerste stap is dan om focus aan te brengen: op welke specifieke gedraging wil je je écht richten? Dat gedrag ga je analyseren en op basis van die analyse bedenk je een strategie om het gedrag te beïnvloeden. Organisaties slaan die analysestap vaak over of besteden er beperkt tijd aan. Toch is die stap heel belangrijk. Daarmee zorg je er namelijk voor dat je interventie past bij het gedrag dat je wil veranderen. Je voorkomt daardoor dat je met hagel schiet.”

Waar houdt het CCV-gedragsteam zich dagelijks mee bezig? Kun je een voorbeeld geven van een recent project? 

Mick: “We worden vaak benaderd wanneer organisaties merken dat gedrag een cruciale factor is in hun vraagstuk, bijvoorbeeld: ‘mensen houden zich niet aan de regels’ of ‘vertonen ongewenst gedrag’. Hoe verander je dat? Wij kunnen dan een bijdrage leveren. Door een analyse te maken van het gedrag en met een veranderstrategie te komen, maar ook door bijeenkomsten te organiseren waarbij experts vanuit verschillende organisaties samen nadenken over een probleem. Ons dagelijkse werk is heel divers. We houden ons bezig met uiteenlopende thema’s op het gebied van criminaliteit en veiligheid waarin gedrag een rol speelt, van online fraude tot het landelijk vuurwerkverbod. Wat ons sterk maakt, is dat we goed verankerd zijn in het veiligheidsdomein. Dat maakt ons anders dan gedragsexperts die bij onderzoeks- en adviesbureaus werken. We hebben een breed netwerk en gebruiken dat graag. We brengen beleidsmakers, uitvoerders en soms ook wetenschappers bij elkaar om gezamenlijk tot werkbare oplossingen te komen. Die samenwerking zorgt ervoor dat iedereen dezelfde kant op werkt en dat de inzichten echt landen in de praktijk. Dat geeft ons werk veel energie én maakt het resultaat duurzaam.’ 

Kun je een concreet voorbeeld noemen van hoe gedragsinzichten hebben geholpen om beleid of een interventie effectiever te maken? 

Mick: “Een goed voorbeeld zijn onze trainingen. We leren deelnemers om met gedragskennis naar hun eigen werk te kijken en dat direct toe te passen. Daarbij gebruiken we het InterventieKompas, een praktisch instrument om gedragsfactoren systematisch in kaart te brengen. Daardoor kunnen beleidsmakers en toezichthouders maatregelen beter laten aansluiten bij de doelgroep. We merken dat deelnemers echt enthousiast worden omdat ze meteen zien hoe dit hun werk concreet beter maakt. Het InterventieKompas is ook een methode die we gebruiken bij gedragsanalyses die we zelf doen. Zo hebben we aan de hand van het InterventieKompas bestudeerd waarom mensen jongeren ongewenste content naar elkaar sturen. Op dit moment gebruiken we het InterventieKompas om te onderzoeken hoe we ervoor kunnen zorgen dat mensen zich aan het landelijk vuurwerkverbod houden dat vanaf de jaarwisseling 2026/2027 van kracht is.”

training gedragsverandering

Wat levert het op voor gemeenten of andere partners om jullie in te schakelen? 

Mick: “Onze kracht zit in het vertalen van kennis naar de praktijk. We kunnen goed inschatten wat meer of minder kans van slagen heeft als het gaat om gedragsinterventies. De groepsapp van het gedragsteam staat bijvoorbeeld bol van de campagnes waarover we ons samen buigen. Onze onderlinge vraag is dan altijd: om welke reden zou deze campagne werken? Sluit de strategie aan bij de analyse van het gedrag? Soms hebben we daar twijfels over. Daar kunnen we organisaties ook op voorhand al goed bij ondersteunen. Daarnaast kunnen we ons goed aanpassen: soms zijn we procesbegeleider, soms onderzoeker en soms meer de communicatieve schakel. Die flexibiliteit maakt dat we snel kunnen meedenken bij veel verschillende vraagstukken.’ 

Stel dat een gemeente, uitvoeringsorganisatie of toezichthouder dit interview leest: wanneer zouden ze volgens jou de telefoon moeten pakken en jullie inschakelen? 

Mick: “Eigenlijk op ieder moment dat gedrag een rol speelt in een beleidsvraagstuk, wat sneller is dan je denkt. Wij denken graag mee! Of het nu gaat om naleving van regels, voorkomen van fraude of het vergroten van veiligheidsgevoelens: gedragsinzichten bieden altijd meerwaarde. We kunnen dan samen kijken waar de behoefte ligt. Soms zijn organisaties al geholpen met een kleine tip of doorverwijzing en kunnen ze daarmee aan de slag. Soms volgt er een traject waarin we samen met de organisatie optrekken. Het hoeft niet altijd groot te zijn.”