Cyberweerbaarheid van LVB-jongeren; bescherming tegen online criminaliteit in Breda

CCV-adviseur Siènne Stoker interviewt projectleiders van de nieuwe City Deal Jeugd en cyber over hun werkwijzen. Deze maand staat de cyberweerbaarheid van jongeren met een licht verstandelijke beperking centraal en spreekt ze met Jeroen Jonkers.
Jeroen Jonkers voerde onderzoek uit naar jongeren met een lichtverstandelijke beperking om het cyberproject ‘Cyber Experience’ van de gemeente Breda te versterken en zijn afstuderen succesvol af te ronden. Uit het onderzoek blijkt dat jongeren tussen de 18 en 25 jaar met een licht verstandelijke beperking (LVB) kwetsbaar zijn voor slachtofferschap van cybercriminaliteit. Dit komt door factoren zoals verhoogde goedgelovigheid, beperkte digitale vaardigheden en veiligheidsbewustzijn, moeite met risico-inschatting en impulsief gedrag.

Cyber Experience
Om de cyberweerbaarheid te verbeteren van de LVB-jongeren, ontwikkelt Breda de Cyber Experience: een interactieve VR-ervaring specifiek voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. Dit is een project dat valt binnen de City Deal Lokale Weerbaarheid Cybercrime. Met deze interactieve digitale leerervaring ervaren jongeren in real-time hoe het is om slachtoffer te worden van cybercriminaliteit en tegelijkertijd leren ze zichzelf te beschermen. Het eindproduct zal niet alleen bruikbaar zijn voor de doelgroep, maar ook toepasbaar kunnen zijn voor anderen die met LVB-jongeren werken, en mogelijk zelfs voor laaggeletterden. Samenwerking vindt plaats met partners zoals Avans Hogeschool, Bredata, onderwijsinstellingen en de Cyberambassadeurs Breda om een effectieve implementatie te waarborgen.
Siènne: Een belangrijke mijlpaal in het project van de gemeente Breda is de oplevering van jouw afstudeeronderzoek naar LVB-jongeren. De inzichten zijn denk ik ook erg waardevol voor onze veiligheidspartners. Kun je iets vertellen over jouw rol binnen het project en de aanleiding van je onderzoek?
Jeroen: Zeker! Ik was vierdejaars student Integrale Veiligheidskunde en heb mijn afstudeeronderzoek bij de gemeente Breda gedaan. Ik hoorde verontrustende verhalen van vrienden die werken als begeleiders van LVB-jongeren. Uit die verhalen bleek dat deze jongeren vaak het slachtoffer zijn van cybercrime, terwijl er nauwelijks specifieke hulp of middelen voor hen beschikbaar zijn. Mijn onderzoek richtte zich daarom op hun cyberweerbaarheid en de factoren die hun slachtofferschap beïnvloeden. Dit sloot perfect aan bij de behoeften van de gemeente Breda.
Siènne: Wat was het doel van jouw onderzoek en welke impact hoop je te maken?
Jeroen: Het belangrijkste doel was om in kaart te brengen welke uitgangspunten een interventie zou moeten bevatten om LVB-jongeren weerbaarder te maken tegen cybercrime. Ik hoop dat mijn onderzoek bijdraagt aan het vergroten van het publieke bewustzijn rondom dit onderwerp, want er is nog weinig aandacht voor. Tijdens mijn onderzoek ontdekte ik dat er nauwelijks initiatieven bestaan voor de cyberweerbaarheid van LVB-jongeren, terwijl de overheid en andere organisaties zich al wel richten op de weerbaarheid van bijvoorbeeld ouderen en mkb’ers.
Siènne: Welke vormen van slachtofferschap komen vooral voor onder deze jongeren?
Jeroen: Binnen deze doelgroep in Breda komen vijf vormen van slachtofferschap regelmatig voor: digitale bedreiging en intimidatie, digitale oplichting, sextortion, het gebruik van jongeren als geldezels en phishing. Deze jongeren zijn bijzonder vatbaar voor manipulatie, wat een gemeenschappelijke factor is in al deze vormen van slachtofferschap.
Siènne: Hoe heb je de LVB-jongeren en hun begeleiders zover gekregen om mee te werken aan jouw onderzoek?
Jeroen: Ik heb verschillende organisaties benaderd en mijn onderzoek toegelicht. De begeleiders en jongeren herkenden de problematiek en waren vaak bereid om mee te werken. Soms vertelden jongeren hun verhaal in groepsverband, andere keren individueel. Er was een grote bereidheid om deel te nemen.
Siènne: Hebben begeleiders voldoende handelingsperspectief wanneer ze signalen van slachtofferschap opmerken?
Jeroen: Begeleiders gaven aan dat ze vaak niet goed op de hoogte zijn van de gevaren en risico’s waar deze jongeren mee te maken kunnen krijgen. Ze weten daardoor niet altijd hoe ze hen kunnen ondersteunen. Een van de aanbevelingen uit mijn onderzoek is dan ook dat interventies zich niet alleen moeten richten op de jongeren zelf, maar ook op het vergroten van de kennis van hun begeleiders over de digitale wereld en hoe zij hierin kunnen begeleiden.
Siènne: Welke boodschap zou je nog graag willen meegeven aan de lezers?
Jeroen: Ik maak me zorgen over jongeren met een LVB tussen de 18 en 25 jaar. Uit mijn onderzoek blijkt dat deze groep bijzonder kwetsbaar is voor gedigitaliseerde criminaliteit en cybercrime. Deze jongeren leven vaak in eenzaamheid en hechten veel waarde aan sociaal contact via het internet, wat hen extra vatbaar maakt voor manipulatie door kwaadwillenden. Ik hoop dat er in de toekomst meer interventies voor deze doelgroep worden ontwikkeld, zodat ze op een inclusieve en veilige manier kunnen deelnemen aan de digitale wereld. Het is belangrijk dat meer organisaties zich gaan inzetten voor dit probleem, zodat ook zij beschermd en met zelfvertrouwen online kunnen zijn. Laten we samen werken aan een toekomst waarin iedereen veilig is in de digitale wereld.
Siènne: Bedankt voor je tijd en de uitgebreide toelichting, Jeroen. Jouw onderzoek levert waardevolle inzichten op die hopelijk bijdragen aan betere bescherming van LVB-jongeren tegen cybercrime. Ik wens je veel succes met je verdere carrière.
Jeroen: Graag gedaan, Siènne. Ik ben blij dat mijn onderzoek een basis kan vormen voor verdere ontwikkeling van interventies en dat er aandacht is voor dit belangrijke thema.
Effectieve interventie
Er is een duidelijke behoefte aan ondersteuning en begeleiding bij het ontwikkelen van digitale vaardigheden en het herkennen van online risico’s voor zowel de jongeren als hun begeleiders. Belangrijke uitgangspunten voor een effectieve interventie om de cyberweerbaarheid van deze LVB-jongeren te vergroten zijn:
- Aansluiten bij de belevingswereld van LVB-jongeren.
- Richten op specifieke risico’s voor deze doelgroep.
- Gebruikmaken van ervaringsgerichte en interactieve leerervaringen zoals gamification en VR.
- Betrekken van het sociale netwerk van deze jongeren.
- Verbeteren van digitale vaardigheden van begeleiders.
- Creëren van een veilige en positieve leeromgeving.
- Zorgen dat de interventie digitaal, zelfredzaam en laagdrempelig is.
- Stimuleren van gedragsverandering en vergroten van digitale zelfredzaamheid zonder sociale media te ontmoedigen.
Conclusie is dat er een gerichte en inclusieve interventie nodig is om deze jongeren veilig en weerbaar te maken tegen cybercriminaliteit.
Benieuwd naar het onderzoek? Je kunt deze opvragen bij CCV-adviseur Siènne Stoker. Bekijk de cyber en jeugd pagina voor meer informatie over dit thema.