Beleid en toezicht moeten beter samenwerken voor verduurzaming

Hoewel duurzaamheid bij bedrijven hoog op de strategische agenda staat, komt er van verduurzaming van logistieke ketens nog heel weinig terecht. De EU-richtlijn die voorschrijft dat grote bedrijven zelf moeten rapporteren over hun impact op de mens en op het klimaat (CSRD) is wel een trigger voor bedrijven om na te denken over duurzaamheid, maar de markt, norm en infrastructuur werken tegen. Hoe kan de toezichthouder een rol spelen bij snellere verduurzaming?
Dit kwam aan bod tijdens de tweede kennis-naar-praktijk sessie van het programma Handhaving en Gedrag op 19 november. In deze sessies gaan onderzoekers en toezichthouders met elkaar in gesprek over hoe onderzoeksresultaten in de praktijk kunnen worden toegepast. Tijdens deze tweede sessie vertelde universitair hoofddocent en jurist Ingrid Koning van Universiteit Nyenrode over haar onderzoek naar de rol van recht en handhaving in de verduurzaming van logistieke ketens dat vorig jaar is gepubliceerd.
Regels en toezicht worden als meest invloedrijk gezien als het gaat om duurzaamheid
Ingrid Koning maakte onder meer gebruik van het Lessig-model. Dat is een model dat de samenhang tussen vier regulatoren in kaart brengt: recht, markt, sociale norm en infrastructuur. Zij onderzocht, door literatuuronderzoek en tientallen interviews met verschillende partijen, hoe deze regulatoren samenhangen met duurzaamheid.
De markt is gericht op efficiëntie en kostenreductie. Hierdoor staat duurzaamheid onder druk. Als het gaat om de norm, is duurzaamheid wel zichtbaar in de producten en verpakkingen, maar niet in de logistiek. Als het gaat om infrastructuur, wordt de omgeving als belemmerend gezien. Daarbij komt dat de macht in logistieke ketens niet gelijkelijk verdeeld is. De partij die de meeste intrinsieke motivatie heeft om het logistieke proces te verduurzamen, is de partij die geen macht heeft in de keten: de logistieke diensterlener.
Er is dus een roep naar de overheid om regels te stellen en hierbij rekening te houden met de machtsverhoudingen, maar ook om als overheid zelf het goede voorbeeld te geven.
Kansen toezichthouders
Aan de hand van stellingen gingen de aanwezige toezichthouders met elkaar in gesprek over hun rol. Zelfrapportage zoals CSRD is goed om een sociale norm te stellen. Dit is ook te controleren door een toezichthouder. Echter een mix van kansrijke interventies die elkaar versterken en geaccepteerd worden, is nodig voor dit complexe probleem. Wat is de invloed van de toezichthouder hierop?
De aanwezigen zijn het erover eens dat bij een grote maatschappelijke beweging (zoals ook verduurzaming) toezicht en beleid meer met elkaar zouden moeten optreden. Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO/NVWA) doet dit al door naar de hele keten te kijken: waar wordt niet goed nageleefd, waar zijn de grootste risico’s?
Mariske Hajer (NVWA): “ Wij signaleren dit richting de beleidsmakers.” De rol van de toezichthouder is niet alleen te controleren of de ondertoezichstaande de regels volgt, maar ook in de gaten houden of het publieke belang in het geding is.
Stay tuned, er is nog veel terrein te winnen en Ingrid blijft onderzoek doen naar welke rol recht kan spelen bij de verduurzaming van logistieke ketens.
In de volgende sessie op 3 december, vertelt Victor van der Geest over zijn onderzoek ‘Milieucriminelen in Nederland’. Lees meer en geef je op: handhavingengedrag.nl.