Kenniskring over spoedsluiting 13b Opiumwet
Wil jij meer weten over spoedeisende bestuursdwang bij overtredingen van de Opiumwet? Neem dan deel aan de kenniskring bestuurlijke aanpak drugscriminaliteit op dinsdag 10 december. Universitair hoofddocent Michelle Bruijn praat je tussen 9.30 en 11.00 uur online erover bij.
Achtergrond spoedsluiting
Als in een pand de Opiumwet overtreden wordt, is de burgemeester op grond van artikel 13b Opiumwet bevoegd een last onder bestuursdwang op te leggen. In veel gevallen betekent dit dat de burgemeester het pand voor een bepaalde periode sluit.
Deze sluiting vindt vaak pas na een aantal weken plaats, zodat de bewoner of gebruiker van het pand de gelegenheid heeft om zelf tot sluiting over te gaan. Hiermee kunnen de kosten die komen kijken bij het van overheidswege sluiten bespaard worden. En in geval van een woningsluiting, kan de tijd ook gebruikt worden om vervangende woonruimte te vinden.
Als er sprake is van een ‘spoedeisende’ situatie, bijvoorbeeld in geval van ontploffingsgevaar of brandgevaar, kan de burgemeester er echter voor kiezen het pand per direct te sluiten. Dit wordt spoedeisende bestuursdwang genoemd.
Inhoud kenniskring bestuurlijke aanpak drugscriminaliteit
Tijdens de kenniskring bestuurlijke aanpak drugscriminaliteit op dinsdag 10 december gaat Michelle Bruijn, universitair hoofddocent aan de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Groningen, dieper in op deze spoedeisende bestuursdwang. Aan de hand van jurisprudentie en casuïstiek beantwoordt zij vragen als:
- Wat is spoedeisende bestuursdwang?
- Wanneer is de burgemeester bevoegd om op deze manier op te treden?
- Wat zijn de voor- en nadelen van een spoedsluiting?
- In welke gevallen houdt een spoedsluiting stand bij de rechter?
- Als er naast drugs ook wapens of explosieven zijn aangetroffen, welke ‘sluitingsbevoegdheid’ is dan het meest geschikt, artikel 13b Opiumwet of artikel 174a Gemeentewet?
Ben jij bij deze online kenniskring?