Ga naar de inhoud

Secondant: Coffeeshops niet meer voor buitenlanders?

Straat met coffeeshop in Amsterdam. Illustratie bij CCV-nieuwsbericht.

Een meerderheid van de Amsterdamse coffeeshops bestaat alleen bij gratie van cannabisklanten uit het buitenland. Binnenkort moet de gemeenteraad beslissen of de shops niet meer toegankelijk zijn voor deze groep. Dat zou een forse ingreep zijn, schrijft Bert Berghuis in zijn nieuwe column in Secondant.

Op 8 januari 2021 schreef de burgemeester van Amsterdam aan de gemeenteraad dat de driehoek waar ook de hoofofficier van justitie en de politiechef in zitten, voorstander is van de handhaving van het zogenoemde I-criterium bij de verkoop van cannabis. Dat criterium houdt in dat de gedoogde coffeeshops alleen nog maar cannabis mogen verkopen aan ingezetenen van Nederland. Er zijn veel tegenstanders van dit voorgestelde beleid. Waar gaat het eigenlijk over?

Beleid coffeeshops

In een brief van de regering aan de Tweede Kamer is bepaald dat coffeeshops klein en besloten moeten worden door zich alleen nog te richten op de lokale markt (TK 2010–2011, 24 077, nr. 259). Dat is vertaald in de regelgeving van het Openbaar Ministerie waarin staat onder welke voorwaarden coffeeshops gedoogd worden. Onderdeel daarvan is dat ze niet toegankelijk zijn voor en niet verkopen aan anderen dan ingezetenen van Nederland.

Beleid Amsterdam

Amsterdam heeft zich daar nooit aan willen houden, schrijft Berghuis. Wel deelt Amsterdam het doel om te komen tot een kleinschalige cannabismarkt, maar de gemeente wilde dat doen met andere maatregelen, zoals het instellen van blowverboden. De gemeente is verder doorgegaan met sluiting van coffeeshops in het Wallengebied. En er werd een afstandscriterium tussen coffeeshops en scholen voor vo en mbo ingevoerd.

Minder coffeeshops

Het aantal coffeeshops in Amsterdam is duidelijk verminderd in de voorbije 2 decennia, van meer dan 250 naar ruim 150. Maar dat is nog veel meer dan nodig zou zijn voor alleen verkoop aan de eigen bevolking. Dat zijn er zo’n 70 die nodig zouden zijn voor binnenlandse gebruikers in Amsterdam. Berghuis wijst erop dat de omzet van de shops bij stopzetting van de verkoop aan buitenlanders (bij € 40 per koop) tegen de € 800 miljoen zou teruglopen – niet verwonderlijk dat dit commerciële belang ook een rol speelt in de afwegingen en lobbyactiviteiten.