Secondant: Ontnemings(on)vermogen
Geld en bezittingen afpakken van criminelen: dat zou volgens verschillende kabinetten in de afgelopen jaren wel eens een winnende strategie kunnen zijn tegen de georganiseerde misdaad. Want ‘misdaad mag niet lonen’. Bert Berghuis vraagt zich in zijn nieuwe column in Secondant af hoe succesvol deze strategie eigenlijk is.
Kritisch rapport
Onlangs publiceerde de Algemene Rekenkamer een rapport over het succes van de ontneming van crimineel verkregen geld en bezittingen (ook wel ‘voordeelsontneming’ genoemd). De Rekenkamer constateert dat de afgelopen jaren veel is geïnvesteerd met de verwachting van grote opbrengsten. Maar deze verwachting is niet uitgekomen. De geïnvesteerde bedragen zijn terugverdiend, maar nauwelijks meer dan dat.
Tegenvallende resultaten
Volgens Berghuis volgt dit een vast patroon. Vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw zijn steeds weer opnieuw forse ambities gesteld. Steeds weer wordt er geïnvesteerd in mensen en wettelijke middelen om voordeelsontneming beter mogelijk te maken. En naderhand wordt er dan geconstateerd dat het resultaat nogal tegenvalt. Recent zijn weer nieuwe voorstellen op tafel gekomen, waarvan de civielrechtelijke ontneming het meest in het oog springt. Wat kunnen we verwachten voor de toekomst van deze maatregel?
Onvoldoende aandacht
Laten we eerst kijken waarom de hooggespannen verwachtingen nooit uitkomen. Volgens de Algemene Rekenkamer is er onvoldoende aandacht, capaciteit en expertise voor het ontnemen bij de betrokken organisaties. En het mankeert ook aan samenwerking tussen die instanties. Kennelijk is het na 25 jaar investeren nog niet echt gelukt om dit alles zo van de grond te krijgen dat een fors deel van het crimineel voordeel wordt afgepakt.
Kleine bedragen
Maar er is nog een meer fundamentele oorzaak voor de tegenvallende resultaten van de ontneming, schrijft Berghuis. Steeds weer blijkt het totaalbedrag dat wordt afgenomen sterk te worden bepaald door een gering aantal ‘grote klappers’. Bij het merendeel van de ontnemingen gaat het om een relatief klein bedrag, van enkele honderden of duizenden euro’s. Dat betreft bijvoorbeeld het afpakken van een ‘patserbak’, dat vooral ook een symbolische betekenis heeft voor de buurt: laten zien dat misdaad niet loont.