Secondant: Gemeentelijk cameratoezicht groeit maar door
Het aantal gemeenten met cameratoezicht neemt nog steeds toe, schrijft Sander Flight in Secondant. De beveiligingscamera’s worden ingezet voor steeds meer verschillende doelen. Om al dat beeldmateriaal goed te kunnen verwerken, lijken samenwerking en slimme technologie logische oplossingen. Maar dat blijkt nog niet zo eenvoudig te realiseren.
Bewakingscamera’s op straat
Toen de eerste Nederlandse gemeenten rond het jaar 2000 camera’s op straat plaatsten voor toezicht en handhaving, was dat groot nieuws. De trend kwam overgewaaid vanuit het Verenigd Koninkrijk. Daar gaf het Home Office tientallen miljoenen subsidie aan lokale overheden voor het plaatsen van camera’s.
Werkbezoek in Engeland
Nederlandse burgemeesters en politiemensen die op werkbezoek gingen in Engelse steden keken hun ogen uit in de monitoring rooms. Dat wilden zij ook: een oogje in het zeil houden op meerdere plekken tegelijk en direct kunnen ingrijpen voordat een incident uit de hand loopt.
Meer gemeenten met cameratoezicht
Gemeentelijk cameratoezicht was meteen zeer populair en is dat nog steeds. Het aantal gemeenten met cameratoezicht blijft stijgen. Het percentage Nederlandse gemeenten met dit soort camera’s steeg tussen 2009 en 2021 van ongeveer 30% naar zo’n 60%. Inmiddels zetten bijna 200 Nederlandse gemeenten cameratoezicht in voor handhaving van de openbare orde.
Flexibele camera’s
Het aantal cameraprojecten groeide de afgelopen 5 jaar sterk. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de wetswijziging van 2016. In dat jaar werd namelijk het woord ‘vaste’ geschrapt uit artikel 151c van de Gemeentewet. Dat artikel bood gemeenten al sinds 2006 de mogelijkheid om camera’s te plaatsen, maar alleen 'vaste camera’s'.
Vanaf 2016 mochten gemeenten ook flexibele camera’s inzetten. Het idee achter de wetswijziging was dat plegers van criminaliteit en veroorzakers van overlast makkelijk naar een andere plek kunnen verkassen als ergens een camera wordt geplaatst.