Ga naar de inhoud
Interventie

Strafrechtelijk optreden tegen bedreigende content (artikel 285 WvSr)

Concretisering
Nazorg
Signaal
Online bedreiging, zoals bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht, is strafbaar. Het maakt niet uit of de bedreiging daadwerkelijk wordt uitgevoerd of niet. Het gaat erom dat er opzettelijk een bedreiging wordt geuit die de ander angst of vrees inboezemt.

Doel

Het doel van artikel 285 WvSr is het voorkomen en bestrijden van intimidatie en bedreiging via digitale middelen. Het gaat er hierbij om dat iemand een ander bedreigt met een ernstig misdrijf, zoals geweld, moord, of een ander zwaar strafbaar feit. Het artikel stelt dat ‘hij die iemand anders opzettelijk bedreigt met een misdrijf, strafbaar is’. De straf kan variëren, afhankelijk van de omstandigheden en de ernst van de bedreiging

Rol gemeente

De rol van de gemeente betreft vooral het bieden van ondersteuning en het nemen van preventieve en repressieve maatregelen op lokaal niveau.

Als er een melding van online bedreiging bij de gemeente binnenkomt, kan de gemeente deze doorgeven aan politie en justitie voor verdere opsporing en onderzoek. Slachtoffers van online bedreigingen kunnen worden doorverwezen naar hulpinstanties, zoals maatschappelijk werk, slachtofferhulp of psychologische ondersteuning

De verantwoordelijkheid voor het indienen van een melding ligt doorgaans bij de persoon of de organisatie die van mening is dat het platform bedreigende content bevat. Het is aan deze partij om contact op te nemen met het betreffende platform en de melding in te dienen. De gemeente kan informatie verstrekken over de juiste kanalen waarlangs een melder een klacht bij het platform kan indienen.

Werkwijze

Niet elke bedreiging is automatisch strafbaar. Het draait erom wat er precies is gezegd of gedaan en wat de bedoeling daarbij was. Ook de omstandigheden waarin de bedreigende woorden zijn uitgesproken, zijn belangrijk. Zijn de woorden uit emotie gezegd, of gaat het om een serieuze bedreiging die de ander ook als zodanig heeft kunnen begrijpen? Deze vragen zijn essentieel zijn om te bepalen of er sprake is van een strafbare bedreiging.

Als er daadwerkelijk sprake is van bedreigende content, kan dit bij de volgende partijen worden gemeld:

Platform (waar de content staat)

Mainstream platforms willen uiteraard niet dat er strafbare content op hun platform wordt gepubliceerd. Om dit te voorkomen, stellen de platforms gebruikersvoorwaarden

(guidelines) op. In deze voorwaarden beschrijven ze welke content niet is toegestaan op het platform. Het aanzetten tot geweld of het aanmoedigen van ongeoorloofd gedrag, is in strijd met de richtlijnen van de meeste sociale mediaplatforms.

Als content als bedreigend wordt beschouwd, kunnen bezoekers deze berichten rapporteren voor verwijdering. De meeste platforms (zoals Facebook, Twitter, YouTube etc.) hebben een meldfunctie voor ongepaste of gevaarlijke content. Als de melding gegrond is, zal het platform de content verwijderen.

Politie

Als de content een directe bedreiging vormt, of als het gaat om strafbare feiten, kan er aangifte worden gedaan bij de politie. Dit kan online (via de website van de politie) of (fysiek) op het politiebureau.

Bij een aangifte van bedreigende content zal de politie de aangifte onderzoeken. Als er voldoende bewijs is dat er daadwerkelijk sprake is van bedreiging, kan de officier van justitie betrokken worden.

Officier van justitie

Bedreiging kan ernstige gevolgen hebben en wordt in Nederland strafrechtelijk vervolgd. Een officier van justitie heeft verschillende mogelijkheden om op te treden tegen online bedreiging:

  • Onderzoek: Bij melding van online bedreiging kan de officier van justitie een onderzoek laten instellen. Dit houdt in dat de politie digitale sporen volgt en de betrokken personen identificeert.
  • Strafrechtelijke vervolging: Als er voldoende bewijs is dat iemand zich schuldig heeft gemaakt aan online bedreiging, kan de officier van justitie besluiten om strafrechtelijke vervolging in te stellen. Dit kan leiden tot een aanklacht en een rechtszaak.
  • Preventieve maatregelen: In sommige gevallen kan de officier van justitie ook preventieve maatregelen nemen, zoals het aanvragen van een kort geding om bepaalde uitingen te laten verwijderen of om verdere bedreiging te voorkomen.
  • Samenwerking met platforms: De officier van justitie kan ook samenwerken met sociale mediaplatforms en andere online diensten om bedreigende content te verwijderen of gebruikers te blokkeren.

Meer informatie

Juridische factsheet

Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.

Grondslag

Artikel 285 Wetboek van Strafrecht

Wettekst

Lid 1: Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen, met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.

Lid 2: Indien deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde geschiedt, wordt ze gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.

Lid 3: Bedreiging met een terroristisch misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

Lid 4: Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid, wordt gepleegd met het oogmerk om een terroristisch misdrijf voor te bereiden of gemakkelijk te maken, wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Lid 5: Indien het feit, omschreven in het eerste, tweede of derde lid wordt gepleegd tegen een persoon in diens hoedanigheid van Minister, Staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester, wethouder, lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, rechterlijk ambtenaar, advocaat, journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring, ambtenaar van politie of buitengewoon opsporingsambtenaar wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Referentie wetten.nl

Bekijk de wettekst op wetten.overheid.nl

Voorbeeld cases

Bedreiging met zware mishandeling via LinkedIn, art. 285 WvSr. Het oordeel dat door het in de bewezenverklaring vermelde bericht “Praat in mijn gezicht, dan trap ik het voor je kapot” bij aangever in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen, bij welk oordeel het hof mede het eveneens door verdachte op dezelfde datum verzonden bericht “Je bent een bange kanker boer anders was je niet naar de politie gegaan verwacht een confrontatie met mij of mijn vrienden want jij komt hier niet mee weg” heeft betrokken, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.

Andere uitspraken

Recht

Strafrecht

Route

Officier van Justitie; rechter

Doel

Stoppen

Gericht op

  • Dader en slachtoffer
  • Repressief middel