Vertrouwen in een anderhalvemetersamenleving
Door: Mirjam Prinsen, adviseur gedragsbeïnvloeding
Over een paar weken word ik 50. Het feestje dat ik zou geven, heb ik vorige week definitief afgeblazen. Los van het feit dat ik niet verwachtte dat de overheid grote groepsbijeenkomsten zou toestaan, vermoed ik dat mijn vrienden nog helemaal geen zin hebben in een feest met meer dan drie onbekenden. Nu al hoor ik dat mensen ertegen opzien om straks naar hun kantoortuin te gaan, bang zijn voor overvolle liften, een etentje in een restaurant helemaal niet zo’n relaxed vooruitzicht vinden of een rit met de trein als een beproeving beschouwen.
Foto: Een anderhalvemetersamenleving is geen makkelijke opgave
Anderhalvemetersamenleving
Toch zijn de verwachtingen elders hoog gespannen: wanneer komt die zo gewenste versoepeling van de coronamaatregelen? Gisteren maakten premier Rutte en minister De Jonge in hun persconferentie de eerste versoepelingen bekend. Dat is fijn, want de cijfers over corona gaan de goede kant op: elke dag minder nieuwe besmettingen en elke dag minder doden. Rutte heeft de verschillende sectoren gevraagd om na te denken over een bestaan in een anderhalvemetersamenleving. Het is bitterhard nodig dat de economie weer wordt opgestart, dat we onze kwetsbare dierbaren weer kunnen bezoeken en dat we weer zorg kunnen ontvangen voor minstens zo belangrijke ziektes als corona. Heel voorzichtig mogen we nu langzaam de regels versoepelen.
Aannames gaan uit van vertrouwen
Maar een anderhalvemetersamenleving is geen makkelijke opgave. Hoewel de fabrikanten van plexiglas er momenteel garen bij spinnen, geldt plexiglas niet als haalbare oplossing voor alle sectoren. Behalve een praktische benadering van het vraagstuk, vergt het ook een psychologische benadering. En dan op een heel specifiek aspect: vertrouwen. Veel aannames achter de werking van een anderhalvemetersamenleving gaan namelijk uit van vertrouwen:
- Vertrouwen dat als ik winkel, het andere publiek gezond is.
- Vertrouwen dat als ik in de trein stap, die niesende medepassagier hooikoorts heeft, en geen corona.
- Vertrouwen dat als ik naar een concert ga, ik niet toegezongen word door een artiest met corona.
Maar ook: - Vertrouwen van de horecaondernemer in de gast die zijn medewerker niet besmet bij het ophalen van de borden.
- Vertrouwen van de fysiotherapeut in de patiënt, die zijn vervelende nekklacht niet laat prevaleren boven de keelpijn.
En natuurlijk ook het vertrouwen in een overheid die eerlijke informatie geeft over de stand van zaken, over de verwachte ontwikkelingen, en over datgene wat ze niet weten.
Zonder dit vertrouwen blijven mensen thuis, zullen ze niet winkelen, concerten bezoeken, kunnen ze geen gebruik maken van horeca, zorg en onderwijs, en komt die anderhalvemetersamenleving niet van de grond.
“De gedragsliteratuur biedt aanknopingspunten om vertrouwen een impuls te geven.”
Nederland op de vierde plek
In 2017 deed de WRR onderzoek naar vertrouwen in elkaar en in de samenleving. Daaruit bleek dat Nederland het internationaal gezien best goed deed: tussen 60 en 66% van de bevolking is van mening dat ‘over het algemeen de meeste mensen wel te vertrouwen zijn’.
Nederland nam daarmee, samen met Zweden, de vierde plek in op de ranglijst van mate van vertrouwen. Alleen in Denemarken, Finland en Noorwegen was het onderlinge vertrouwen groter. Ook op het gebied van vertrouwen in instituties (politie, rechterlijke macht, leger) scoorde Nederland relatief hoog. Als dit vertrouwen nog een beetje aanwezig is, geeft dit hoop voor de mogelijkheden om te regels versoepelen.
Toch is het best een omslag, want de afgelopen maanden hebben we juist ingeprent gekregen dat we er niet op moesten vertrouwen dat het allemaal wel mee zou vallen met de risico’s. Wat kunnen we doen om het vertrouwen een impuls te geven?
De gedragsliteratuur biedt enkele aanknopingspunten:
- Werk aan groepsgevoel
Wie het gevoel heeft ergens bij te horen, heeft meer vertrouwen in de ander. We vertrouwen ook sneller mensen die op ons lijken en mensen die we kennen. - Werk aan zelfvertrouwen
Wie over zelfvertrouwen beschikt, durft eerder te vertrouwen op een ander. - Doe wat je zegt en zeg wat je doet
We vertrouwen mensen bij wie woorden en daden overeenkomen. - Breng goed gedrag in beeld
Zichtbaarheid van goed gedrag stimuleert vertrouwen. - Bevestig het juiste gedrag en treed op tegen verkeerd gedrag
We krijgen vertrouwen als goed gedrag wordt bevestigd en als er wordt aangesproken op ‘slecht’ gedrag. Rechtvaardige en onpartijdige beslissingen zijn van belang. - Gebruik heldere taal en wees eerlijk over wat je niet weet
We vertrouwen mensen/instanties die begrijpelijk communiceren en transparant zijn over wat ze wel èn wat ze niet weten.
Geeft dit inspiratie voor ideeën om vertrouwen te creëren in een anderhalvemetersamenleving? Ik hoor de ideeën graag: mirjam.prinsen@hetccv.nl. En wat dat verjaardagsfeestje betreft, dat komt er nog wel, voorlopig blijf ik gewoon nog even 49!