Product toegevoegd aan winkelmand
 
Terug naar blogoverzicht

Casus Plus Overleg: werken aan een ‘wij’

Sinds 2018 werkt het Zorg- en Veiligheidshuis Kennemerland met Casus Plus overleggen. Hier wordt extra ingezet op zeer complexe casussen. De extra inzet door alle partners zorgt voor een betere samenwerking zowel met elkaar, als met de cliënt.

“Politie IJmond kwam met het initiatief om meer met de PGA (persoonsgerichte aanpak) te doen”, vertelt Joyce Brand, procesregisseur bij het Zorg- en Veiligheidshuis Kennemerland in Haarlem. “Samen met verschillende partners wisten we dat er altijd personen zijn die steeds weer in beeld komen.” Personen waarbij niemand meer weet wat de situatie nog kan verbeteren. Bijvoorbeeld wanneer iemand steeds voor overlast zorgt en de buurt zich daardoor onveilig voelt. “We vroegen ons af of als we daar met elkaar wat extra’s op doen, dat geen meerwaarde zou hebben.”

'Ook op de momenten dat het goed gaat, kom je bij elkaar.'

In het begin lag er nog geen plan of methodiek. “We zijn gewoon begonnen”, vertelt Joyce overtuigend. “Partners spraken hardop hun commitment uit om een nieuwe werkwijze uit te proberen en dat merkte je gedurende het proces. Als eerste bekeken we met alle ketenpartners gezamenlijk welke cliënten in IJmond in aanmerking konden komen voor een Casus Plus Overleg. In dit overleg ga je in de basis hetzelfde te werk als in een regulier casusoverleg. Het verschil is dat je vaker en intensiever samenwerkt. Ook op de momenten dat het goed gaat met de cliënt kom je bij elkaar.”

Uitgebreide analyse

Naast de intensieve samenwerking is de analyse die partners in het begin met elkaar maken veel uitgebreider en staan hier uitvoerig bij stil. Allereerst door te overleggen wat nu precies het probleem is bij de cliënt, maar ook over wie gaat het precies. “Het eerste overleg stond ik als een soort quizmaster voor de flipover de probleemanalyse op te schrijven”, vertelt Joyce. “Het was heel waardevol, alle partners deden opbouwend mee. We hebben met elkaar toen vooral geleerd dat je niet te snel in oplossingen moet denken.”

Vervolgens kijken ze in de analyse gezamenlijk naar de beschermende en risicofactoren en vragen zich af welk duwtje een cliënt nodig heeft om de juiste richting op te gaan. Daarna staan ze stil bij wat wenselijk is voor deze specifieke cliënt. Ze vragen zich af: ‘Als alles kan en er geen beperkingen zijn, wat willen we dan dat er gebeurt?’

Pas in de allerlaatste stap stellen ze een plan op met zowel lange- als korte termijn interventies. Daan van de Vliet, toezichthouder Reclassering Fivoor, vertelt enthousiast: “Deze ‘uitgebreide analyses’ waren erg succesvol. Fivoor tekent nu ook vaker analyses uit en vanuit het Zorg- en Veiligheidshuis wordt nu ook meer geanalyseerd bij reguliere casuïstiek. Deze werkwijze verspreidt zich dus al!”

‘Cliënt betrekken bij overleggen’

Bijzonder bij de Casus Plus Overleggen in IJmond is dat ze de cliënt betrekken bij de overleggen. Dat gebeurt in de reguliere overleggen niet altijd. ”Een cliënt moet bij Casus Plus wel een bepaalde mate van motivatie hebben”, vertelt Joyce.

Na 1,5 jaar werd de pilot met alle partners bekeken. Joyce vertelt enthousiast: “Vrijwel alle partners dachten: ‘dit werkt echt goed!’ Doordat iedere partner zich verbind aan zo’n casus en er veel intensiever mee bezig is, staat een casus veel meer op het netvlies.” Daan vult aan: “Je merkte ook aan de partners dat er een soort wij-idee kwam, in plaats van dat iedereen zijn inbreng doet en daarna weer verder gaat. Zeker toen er bij sommige casussen al snel resultaat te zien was, kwam er echt een gezamenlijk verantwoordelijkheidsgevoel. Partners gingen ook beter samenwerken en gaven voorrang aan de casus. Als het even tegen zat, was niet alles gelijk slecht, maar kon iedereen vaak snel reageren. Dit is ook wel omgeslagen in de samenwerking in bredere zin. Door de intensieve samenwerking zijn partners elkaar meer gaan vertrouwen en durven ze ook kritisch te zijn naar elkaar.” Door de veelbelovende resultaten is het Casus Plus Overleg uiteindelijk ingevoerd in de regio.

Succescasus P.

P. was 1 van de 6 cliënten die in aanmerking kwam voor de pilot van het Casus Plus Overleg. Deze jongeman van nog geen 30 jaar had al een hele geschiedenis. Daan vertelt: “P. schoof een aantal keer aan tafel aan tijdens onze overleggen, dat vond hij super spannend.” P. moest eigenlijk klinisch worden behandeld en worden berecht via het strafrecht, maar hij kreeg nog een keuze.

Joyce legt uit: “Toen het Casus Plus overleg startte, werden de contacten kort gehouden met zijn toezichthouder en zorgpartners. P. kreeg ineens motivatie vanuit zichzelf om te veranderen, die hij tot die tijd door zijn problematiek niet had gehad. Hij liet alles achter in de stad waar hij woonde.”

Daan herinnert zich dat levendig: “Ik weet nog wel dat ik voor het weekend een gesprek met hem had. Ik zei: ‘joh, je zit steeds in diezelfde flat. Dat wordt helemaal niets op deze manier, ga daar weg’. Maar hij wilde niet naar de opvang. Toen gebeurde er die maandag iets opmerkelijks. Om half 11 stond hij ineens op zijn slippers in een korte broek in de zeikende regen op kantoor. In zijn hand hield hij een tasje met daarin een spaarvarken en wat onderbroeken. Hij zei: 'Ik ben daar weg, ik heb me gemeld en ga bij de opvang slapen.' Juist na deze stap in de goede richting hebben we het contact onderhouden met P. en zijn we weer bij elkaar gekomen.” Ook als het goed gaat, kom je als partners dus bij elkaar of heb je contact.

Positieve bekrachtiging

In een Casus Plus Overleg proberen partners een cliënt de keuze te geven en houden hem zelf verantwoordelijk voor de richting die hij wil opgaan. Joyce schetst het zo: “P. wist bijvoorbeeld dat als hij zo door zou gaan, hij in de kliniek terecht zou komen. We vertelden hem dat hij daarvoor kon kiezen, maar ook dat we hem konden helpen waar nodig.”

Tijdens het gezamenlijke overleg gaven een aantal partners aan wat hij goed deed. Omdat hij grote stappen had gezet, wilden ze hem een hart onder de riem steken. Maar er waren twijfels om iemand die crimineel gedrag vertoont te ‘belonen’. Daar dacht Joyce anders over. “Waarom niet? Geef je hem een sportabonnement van € 150, dan is dat bij wijze van spreken 1 dag detentie. Dan levert een abonnement meer op. Door de uitgebreide analyse die we vooraf hadden gemaakt, wisten we dat P. best wel met zichzelf bezig was. Sporten deed iets met hoe hij zich voelde. Hij had gewoon die positieve bekrachtiging nodig.” De gemeente deed daarin dus net dat stapje extra en regelde een sportabonnement en gaf deze tijdens het overleg symbolisch cadeau.

Einde traject P.

“Aan het einde van de pilot hebben we een afsluitend moment gehad. We presenteerden de resultaten van de evaluatie en vroegen ook P. iets te vertellen. Zijn bijdrage was heel mooi hè, Daan?” zegt Joyce. Daan: “Ja, hij droeg midden op het politiebureau een gedicht voor. Hij vertelde dat hij voor het eerst als mens werd gezien. Intussen is hij verloofd en is zijn eerste kindje onderweg. Het mooiste is dat hij sinds de start van de Casus Plus geen politiecontacten meer heeft gehad en nog steeds niet. En dat voor iemand die op het randje zat van een ISD (Inrichting Stelselmatige Daders).”

Einde traject P.

Het succes van de Casus Plus overleggen vind je in onderstaande tips:

  • Kijk naar de persoon achter het probleem, neem de tijd voor de analyse en zet deze op papier. Kijk naar de beschermende en risicofactoren en hoe je het beste een cliënt kunt benaderen.
  • Doe een extra stapje voor een cliënt, ga bijvoorbeeld al langs in detentie om het eerste contact te leggen.  
  • Kijk met een brede blik naar de problemen. Door een cliënt vanuit verschillende disciplines te bekijken, heb je ingangen die je anders niet zou hebben.
  • Heb lef! Onderzoek welke professional het beste past bij een cliënt. Niet elke professional is voor elke rol geschikt. Het gaat niet alleen om expertise, maar ook om het karakter van een persoon. Soms moet je heilige huisjes omver werpen om ervoor te zorgen dat een cliënt de juiste hulpverlener krijgt die bij hem of haar past.
  • Zoek waar je iemand kunt beïnvloeden en vind zo een ingang naar zijn motivatie. Dat kunnen kinderen zijn, een woning of hobby’s.
  • Zorg voor vertrouwen. Het klinkt als een dooddoener, maar vertrouwen kost tijd om op te bouwen. Zowel tussen professionals onderling als tussen een professional en een cliënt.
  • Kom ook bij elkaar als partners als het wél goed gaat, zodat een cliënt ook dan dat steuntje in zijn rug voelt.
  • Denk in mogelijkheden!

© Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid