Vermoeden van kaartenhandel onvoldoende voor stadionverbod
Kenmerken
- Schorsing tenuitvoerlegging stadionverbod
- Doorverkoop voetbalkaarten
- Standaardvoorwaarden KNVB
Wat was de overtreding?
De voetbalclub FC Groningen had het vermoeden dat een man handelde in voetbalkaarten. Dit terwijl kaarten altijd via de officiële kanalen van een voetbalclub moeten worden gekocht. Dat staat in de algemene verkoopvoorwaarden van de KNVB.
Welke maatregel werd opgelegd?
De KNVB legde de man een stadionverbod op van 18 maanden. Daarnaast moest hij een geldboete betalen van €450,00.
Wat besloot de rechter?
Volgens de rechter had de KNVB onterecht een vermoeden van illegale kaartenhandel. De man had geen belangen van het voetbal geschaad door kaarten aan te bieden of te verkopen. De verkoop diende in dit geval namelijk aangemerkt te worden als een individuele transactie in de privésfeer.
Een transactie in de privésfeer is volgens de standaardvoorwaarden van de KNVB niet verboden. De grond voor het opleggen van het stadionverbod was daardoor niet de juiste. De rechter schorste daarom de tenuitvoerlegging van het stadionverbod op.
Wat kunnen we van deze uitspraak leren?
Een vermoeden van illegale kaartenhandel is niet voldoende om een stadionverbod op te leggen. Daarnaast is de verkoop van voetbalkaarten in de privésfeer niet verboden volgens de standaardvoorwaarden van de KNVB. De KNVB moet echt aan kunnen tonen dat (bijvoorbeeld) de belangen van het voetbal geschaad worden door het gedrag dat iemand vertoont.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBMNE:2019:516