Supporter krijgt gebiedsverbod zonder veroordeling strafrechter
Kenmerken
- Belediging
- Gebiedsverbod
Welke ordeverstoring vond plaats?
Een ADO-supporter die lid is van de harde kern van de club, vertoonde na de wedstrijd N.E.C. Nijmegen – ADO Den Haag opruiend gedrag en beledigde een politieagent. Een maand later maakte hij zich opnieuw schuldig aan belediging van meerdere politieagenten. Op beide momenten werd hij voor deze gedragingen aangehouden.
Welke maatregel legde de burgemeester op?
De burgemeester legde de ADO-supporter een gebiedsverbod op. Hij mocht gedurende het EK op de dagen dat het Nederlands Elftal speelde, niet in een bepaald gebied zijn. Daarbij ging het met name om het Jonckbloetplein. Het was namelijk bekend dat de harde kern van ADO bij voetbaltoernooien de openbare orde op en rondom dit plein verstoorde. Ook deze ADO-supporter ging bij wedstrijden van het Nederlands Elftal altijd naar het Jonckbloetplein. Daarom bestond de ernstige vrees dat hij gedurende het EK opnieuw de openbare orde zou verstoren.
Wat besloot de rechter?
De burgemeester was bevoegd om het gebiedsverbod op te leggen. Voor de beledigingen van de politieagenten was de ADO-supporter weliswaar nog niet veroordeeld, maar dit was voor het opleggen van het gebiedsverbod ook niet nodig. Het moet aannemelijk zijn dat de supporter overlast veroorzaakte. Dat bleek voldoende uit het politiedossier. Op basis van deze gedragingen concludeerde de burgemeester terecht dat er ernstige vrees bestond voor verdere verstoring van de openbare orde.
Wat leert deze uitspraak?
Voor het opleggen van een gebiedsverbod is het niet nodig dat voor de gedragingen op grond waarvan het verbod is opgelegd, een veroordeling door de rechter is uitgesproken. Voldoende is dat aannemelijk wordt gemaakt dat de betrokkene overlast heeft veroorzaakt.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RVS:2014:325