KNVB moet bij melding van het OM rechtvaardiging voor een stadionverbod onderzoeken
Kenmerken
- Groepsgewijze ordeverstoring
- Stadionverbod
- Overtreden APV
- Lik-op-stuk beleid
- Scanderen leuzen
Wat was de overtreding?
Meer dan 100 Rodasupporters zorgden in aanloop naar de wedstrijd tussen Ajax en Roda JC voor overlast. Bij het stadion werden leuzen geroepen (uitspraken zoals “Hamas, Hamas” en “Ajax jodenclub”), slaande en schoppende bewegingen gemaakt richting Ajaxsupporters, leden van de ME bespuugd, voorwerpen gegooid en sissende gasgeluiden gemaakt.
Welke maatregel werd opgelegd?
De KNVB legde de Rodasupporters een stadionverbod op voor de duur van 9 maanden. Zij deed dit naar aanleiding van een melding van het Openbaar Ministerie dat de Rodafans artikel 2 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) hadden overtreden.
Wat besloot de rechter?
Voor overtreding van artikel 2 lid 1 APV is het nodig dat er sprake is van verstoring van de openbare orde vanuit een groep. De rechter vond dat de KNVB dit onvoldoende had aangetoond. Dat de Rodafans samen naar het stadion waren afgereisd, was onvoldoende om te spreken van “groepsverband”.
De KNVB had zelf onderzoek moeten doen of er een voldoende feitelijke grondslag aanwezig was voor het verbod. De KNVB had voor geen van de Rodafans onderbouwd op welke wijze deze zich feitelijk had misdragen, anders dan door in de groep aanwezig te zijn. Het aan de 'groep' opgelegde stadionverbod werd vernietigd.
Wat kunnen we van deze uitspraak leren?
De KNVB is verplicht om na het krijgen van een melding een stadionverbod op te leggen. Dat betekent echter niet dat zij hierin geen eigen verantwoordelijkheid heeft. De KNVB moet zelf nagaan op welke grond een stadionverbod moet worden opgelegd, en of daar voldoende feitelijke gegevens voor zijn.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ1393