Gebiedsverbod voor minderjarige jongen wegens mishandelen horecamedewerker
Kenmerken
- Gewelddadigheden
- Belediging
- Gebiedsverbod
Welke ordeverstoring vond plaats?
Een minderjarige jongen uit Heerlen mishandelde op 5 mei 2018 een horecamedewerker. 3 dagen later viel hij 2 personen lastig. Hij schold ze uit en gebruikte tegen 1 van hen fysiek geweld. 2 maanden later viel hij diezelfde persoon opnieuw aan.
Welke maatregel legde de burgemeester op?
De burgemeester legde de minderjarige jongen een gebiedsverbod op voor 3 maanden op grond van art. 172a Gemeentewet. Het verbod had betrekking op een groot gebied in Heerlen, waaronder het centrum.
Wat besloot de rechter?
Uit de informatie van de politie bleek dat de jongen steeds werd aangetroffen bij overlastgevende situaties. Daarmee werd voldoende aannemelijk dat hij structureel overlast veroorzaakte. Er was terechte vrees dat hij dit in de toekomst zou blijven doen. Het verbod moest daarnaast ook voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. De burgemeester had in dit geval onvoldoende gemotiveerd waarom het gebiedsverbod werd opgelegd voor de maximale duur van 3 maanden. Er waren slechts 3 voorvallen geweest en de jongen was minderjarig. De burgemeester had om die reden goed moeten motiveren waarom hij geen lichtere maatregel oplegde. Ook werd niet gemotiveerd waarom het verbod gold voor een groter gebied dan waar de overlast had plaatsgevonden. Het besluit was in strijd met art. 3:46 van de Algemene Wet Bestuursrecht en werd daarom geschorst.
Wat leert deze uitspraak ons?
De uitspraak laat zien dat de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit bij het opleggen van een gebiedsverbod erg belangrijk zijn. De burgemeester moet goed motiveren waarom voor een bepaalde duur en een bepaald gebied is gekozen. Dit geldt des te meer bij gevallen waarin hij een gebiedsverbod oplegt aan een minderjarige.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBLIM:2018:8273