Artikel 38v Sr wanneer voorwaardelijke verboden niet direct kunnen worden opgelegd
Kenmerken
- Rechterlijke macht
- Woning/gebouw
- Stalken
- Contactverbod
- Gebiedsverbod
Wat was de overtreding?
Een vrouw werd verdacht van het langdurig stalken van haar ex-vriend en zijn nieuwe vriendin. De vrouw zou meerdere brieven naar haar ex-vriend hebben gestuurd en hem soms wel 60 tot 70 keer per dag hebben gebeld. Ook viel zij vrienden en kennissen van haar ex-vriend lastig via Facebook en de mail. Tot slot zou de vrouw haar eigen advocaten hebben bedreigd.
Welke maatregel werd opgelegd?
De rechter achtte bewezen dat de vrouw de ex-vriend, de nieuwe vriendin en haar advocaten had gestalkt en bedreigd. Zo werden bij haar aanhouding adresgegevens en enveloppen aangetroffen en was duidelijk dat de telefoontjes en berichten op social media van haar afkomstig waren. De slachtoffers hadden volgens de rechter langdurig in angst en onzekerheid geleefd. Dat rekende de rechtbank de vrouw zwaar aan. Ze kreeg een gevangenisstraf van 24 maanden opgelegd, waarvan 20 maanden voorwaardelijk.
Aan het voorwaardelijke deel werden voorwaarden verbonden, zoals contactverboden en een gebiedsverbod. Deze verboden konden in deze zaak niet direct worden uitgevoerd. Dat was onder meer een reden voor de rechter om ook de vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v Wetboek van Strafrecht op te leggen. De verboden op grond van deze maatregelen kunnen wél direct ingaan.
Wat kunnen we van deze uitspraak leren?
De uitspraak laat zien dat de rechter tegelijkertijd een contact- en gebiedsverbod als voorwaarde van een gevangenisstraf en een zelfstandige maatregel op grond van artikel 38v Wetboek van Strafrecht kan opleggen. Artikel 38v Wetboek van Strafrecht biedt uitkomst als de voorwaardelijke verboden niet direct kunnen worden opgelegd.
De eis om de vrijheidsbeperkende maatregel direct uitvoerbaar te verklaren, is namelijk minder streng dan die van de voorwaarden bij een gevangenisstraf. In zaken zoals deze kan de rechter daarom gebruik maken van artikel 38v Wetboek van Strafrecht om slachtoffers alsnog voldoende te beschermen.
Meer informatie over deze zaak: ECLI:NL:RBLIM:2022:9222