Maar liefst de helft van de gemelde mogelijke slachtoffers van mensenhandel in de prostitutie wordt, naar schatting, gesignaleerd in de thuisprostitutie en escort. "Dat zijn sectoren die veel minder zichtbaar zijn voor de overheid dan bordelen en raamprostitutie", stelt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen in dit rapport.

Beschrijving

Dit rapport beoogt een bijdrage te leveren aan een effectieve aanpak van mensenhandel in relatie tot prostitutie. Hoe meer kennis van de prostitutiebranche, des te effectiever de aanpak van mensenhandel kan zijn. Daarom wordt eerst geschetst hoe prostitutie in Nederland eruitziet en hoe divers deze sector is. Daarnaast vereist een effectieve aanpak van mensenhandel goede informatie en kennis over mensenhandel in deze sector.

Conclusie

Het is lastig een beeld te vormen van de totale omvang van mensenhandel in de prostitutie. Beschikbare cijfers vertellen wat in beeld is, maar zeggen niet wat de daadwerkelijke omvang van mensenhandel binnen de prostitutiebranche is. Uit de cijfers die wel bekend zijn, blijkt dat het naar schatting bij de helft van de mogelijke slachtoffers van mensenhandel in de prostitutie gaat om uitbuiting in de minder zichtbare, vaak onvergunde sectoren. Daarin worden afspraken bijvoorbeeld via internetadvertenties gemaakt en vindt prostitutie vervolgens plaats in woningen.

Aanbeveling

Volgens de rapporteur is versterking van de positie van sekswerkers belangrijk voor het minder kwetsbaar maken van de branche voor mensenhandel. Wetgeving alleen voldoet daarvoor niet. Er moet gezorgd worden dat mensen die kiezen voor het beroep van prostituee dit werk veilig kunnen doen, en er moet blijvend aandacht zijn voor de versterking van de sociale positie van sekswerkers. Bijvoorbeeld door voorlichting over werken in prostitutie, het kunnen openen van een zakelijke bankrekening en de mogelijkheid dat sekswerkers zelf een bedrijf starten.

Organisatie

Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen

• Download het onderzoek op de website nationaalrapporteur.nl.