Product toegevoegd aan winkelmand
 

Jongeren en georganiseerde criminaliteit


Onderzoeksrapport ‘Effecten van preventie: een compacte Literatuursynthese'

WODC Breuer & Intraval heeft van december 2020 tot en met maart 2021 onderzoek uitgevoerd naar ‘wat levert preventie op?’. Dit gebeurde in opdracht van Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Het heeft geleid tot het onderzoeksrapport ‘Effecten van preventie: een compacte Literatuursynthese’.

De onderzoekers hebben de volgende vraagstelling gehanteerd ‘Welke conclusies kunnen op basis van bestaande nationale en internationale overzichtsartikelen of sleutelpublicaties getrokken worden over de effecten van preventie?’. Secundair aan deze hoofdvraag is gekeken of inzicht kan worden verkregen in de financiële kosten en baten van preventie.

4 Thema's

In de loop van het onderzoek zijn 4 thema’s geselecteerd voor verdiepende studie: woninginbraken, betrekken van burgers bij preventie (met hierbinnen: jeugdcriminaliteit), uitgaansgeweld en georganiseerde criminaliteit. Het rapport maakt duidelijk hoe enorm breed het thema preventie is, welke vormen er worden onderscheiden en wat op basis van beschikbare publicaties kan worden gezegd over de meetbaarheid van de resultaten van preventie.

Uit het onderzoek blijkt dat met name situationele preventiemaatregelen (dat wil zeggen: het beïnvloeden of wegnemen van de gelegenheid voor het plegen van criminaliteit) effectief zijn. Het is vaak een toegankelijke, eenvoudige en relatief goedkope manier om criminaliteit te voorkomen. Uitgangspunt is dat de omstandigheden zodanig worden aangepast dat de kans om een misdrijf te plegen aanzienlijk wordt verkleind of zelf geheel wordt weggenomen.

Gedragsverandering

Lastiger wordt het wanneer er bij daders gedragsverandering moet worden bereikt om herhaling van een delict te voorkomen, maar ook daar zien de onderzoekers positieve ontwikkelingen. Met name preventieve systeemgerichte programma’s voor jongeren waarbij naast criminaliteit ook overige problemen van jongeren in de aanpak worden betrokken, leveren bescheiden maar positieve effecten op.

Als goede voorbeelden worden genoemd: het tegengaan van woninginbraken (Politiekeurmerk Veilig Wonen resulteert in een afname van woninginbraken tot wel 78% ten opzichte van woningen zonder dit keurmerk) en de veelplegeraanpak zoals de Top600 aanpak in Amsterdam (afname van 7% tot 45% van het aantal woninginbraken door deze groep).

Als het gaat om het betrekken van burgers bij preventie wordt geconstateerd dat buurtparticipatie goed kan werken als de politie van bruikbare informatie wordt voorzien.

Uitgaansgeweld

Uit de internationale literatuur blijkt een aantal succesvolle elementen naar voren te komen ter preventie van uitgaansgeweld: het trainen van barpersoneel op het herkennen van risicovolle situaties, de-escalerend optreden bij (dreigend) geweld en het tegengaan van overmatige alcoholconsumptie. Belangrijk voor de effectiviteit is dat de politie-inzet niet ongericht is, maar specifiek op de grootste risico’s wordt gericht (hotspot policing, qua plaats, delict en tijd).

Georganiseerde criminaliteit

Het is volgens de onderzoekers niet goed mogelijk om op basis van harde gegevens aan te tonen dat preventieve en repressieve maatregelen daadwerkelijk georganiseerde criminaliteit in omvang en ernst hebben verminderd. Dat komt doordat het bij deze vormen van criminaliteit, die zich grotendeels in het verborgene afspelen, lastig is vast te stellen welke meetbare verschillen er optreden tussen verwachte en waargenomen ontwikkelingen in de criminaliteit.

Ondanks deze complicatie zijn er wel degelijk concrete resultaten geboekt, bijvoorbeeld bij het ontnemen van crimineel vermogen, het terugdringen van vormen van drugssmokkel (bolletjesslikkers), het zichtbare deel van de drugsoverlast en drugsgerelateerde criminaliteit in wijken. Ook verschillende vormen van preventie die is gericht op de dader kunnen bijdragen aan het voorkomen van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit.

Meetbaarheid 

Het onderzoek laat zien dat er goede voorbeelden zijn als het gaat om de meetbaarheid van de effecten van situationele vormen van preventie (zoals woninginbraak en dadergerichte preventieprogramma’s), maar dat vaak het meten van effecten van preventie niet goed of soms zelfs helemaal niet mogelijk is. De belangrijkste reden daarvoor is dat het in zijn algemeenheid lastig is om te ‘meten’ wat zich -als gevolg van preventieve maatregelen- niet heeft voorgedaan, zeker als geen goede nulmeting beschikbaar is.

Download

Kamerbrief over onderzoek naar effecten van preventie en Effecten van preventie: een compacte literatuursynthese

 

 

 

© Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid