Product toegevoegd aan winkelmand
 

Georganiseerde criminaliteit en ondermijning

Stads- en regioscan in de grootste Brabantse gemeenten

Belangrijke conclusie van deze scan is dat de georganiseerde criminaliteit in Noord-Brabant een groot aandeel heeft in de onveiligheid van de steden en vergelijkbaar is met de omvang van criminaliteit in de Randstad.

Probleemstelling

Directe aanleiding voor deze analyse is het feit dat Eindhoven, Den Bosch, Tilburg en Breda al enige jaren een prominente plaats bekleden in de ‘top vijftien’ van meest onveilige gemeenten. Wat maakt dat de grote Brabantse gemeenten relatief gezien zo onveilig zijn?

Beschrijving

Er is een zogenoemde gecombineerde stads- en regio gerichte ‘scan’ uitgevoerd. Deze analyseert op drie niveaus het veiligheidsvraagstuk van de grote Brabantse gemeenten.

  • De eerste stap is een nadere analyse van aard en omvang van de vier belangrijkste vormen van criminaliteit en overlast op basis waarvan deze Brabantse gemeenten in de Gemeentelijke Veiligheidsindex behoren tot de meest onveilige gemeenten van Nederland.
  • De tweede stap is het in beeld brengen van de onderliggende dadergroepen. Wie zijn verantwoordelijk voor bovengenoemde ‘zichtbare’ vormen van criminaliteit en overlast?
  • De derde stap is vervolgens het in beeld brengen van de onderliggende ‘criminogene infrastructuur’.

Conclusies

Het onderzoek laat zien dat de hoge criminaliteitsscores direct én indirect samenhangen met de verwevenheid tussen ‘reguliere zichtbare probleemgroepen’ (criminele jeugdgroepen, straatdealers, veelplegers) en een aantal in de regio actieve criminele groeperingen (‘georganiseerde’ criminaliteit).

De ‘georganiseerde’ criminaliteit in de provincie Noord-Brabant draagt daarmee bij aan de hoge geregistreerde criminaliteit in de grote Brabantse steden. Veiligheidsbeleid dat zich uitsluitend richt op aanpak van regulier zichtbare probleemgroepen is daarmee maar beperkt effectief, omdat de onderliggende criminele infrastructuur en daarin actieve criminele groeperingen niet worden aangepakt.

De onderzoekers adviseren nader onderzoek en analyse. Op basis daarvan kan beleid worden ontwikkeld, waarbij geïnvesteerd moet worden op drie fronten:

  • Betere informatiepositie: verbetering van de kennis- en informatiepositie van politie én lokaal bestuur waar het gaat om relevante dadergroepen.
  • Bovenregionale politiële én bestuurlijke samenwerking.
  • Verdere uitbouw bestuurlijk veiligheidsbeleid.

Auteur

B. Beke, E. van der Torre en M. van Duin

Organisatie

Politie & Wetenschap

Bestanden