Product toegevoegd aan winkelmand
 

Georganiseerde criminaliteit en ondermijning


Bestemmingsplan

Op basis van de Wet ruimtelijke ordening, stelt de gemeenteraad bestemmingsplannen vast voor het grondgebied van de gemeente. In een bestemmingsplan geeft de gemeente de bestemmingen aan van de gronden en gebouwen. Zo hebben gemeenten de mogelijkheid om een ruimtelijk vestigingsbeleid met betrekking tot bepaalde bedrijvigheid te voeren.

Het bestemmingsplan bestaat uit drie onderdelen:

  • een toelichting, waarin het plan wordt verduidelijkt
  • een plankaart, die de precieze bestemming aangeeft
  • de voorschriften die de regels beschrijven die voor die bestemming moeten worden aangehouden.

Als een gemeente in haar bestemmingsplannen niets heeft geregeld over bijvoorbeeld smartshops, zal de vestiging hiervan in percelen met de bestemming winkel, detailhandel et cetera in principe moeten worden toegestaan. In panden waar een andere bestemming op rust, zoals wonen of kantoren, zijn smartshops niet toegestaan.

Indien het feitelijk gebruik van een pand strijdig is met het bestemmingsplan, biedt de Wet ruimtelijke ordening de gemeente de mogelijkheid om over te gaan tot aanzegging van bestuursdwang of tot oplegging een dwangsom op basis van artikel 125 Gemeentewet om het gebruik in overeenstemming met de bestemming te brengen.

Door aanpassing van de bestemmingsplannen heeft de gemeente ook de mogelijkheid een ruimtelijk vestigingsbeleid te voeren. Bijvoorbeeld het ‘weg bestemmen’ van ongewenste economische activiteiten. Dit kan door in het bestemmingsplan op te nemen dat er geen nieuwe vestigingen meer bij mogen komen.

© Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid