Product toegevoegd aan winkelmand
 

Drugscriminaliteit


Stap 1: Bestuurlijke rapportage ontvangen

De politie kan aan de hand van een melding (bijvoorbeeld via Meld Misdaad Anoniem) een klacht van derden of door eigen onderzoek illegale drugshandel vanuit een woning of een lokaal constateren. Ook is het mogelijk dat de politie (nog) geen drugs(handel) aantreft, maar wel voorwerpen en/of stoffen vindt die bijvoorbeeld duiden op de (toekomstige) productie of teelt van drugs. Daarbij kan gedacht worden aan een hennepkwekerij of drugslab in aanbouw of een growshop.

Alle meldingen en feitelijke constateringen van drugscriminaliteit kunnen door de politie met de gemeente (de burgemeester) worden gedeeld. De politie deelt deze informatie doorgaans in de vorm van een bestuurlijke rapportage. In het geval van hennepteelt ontvangt de gemeente van de politie doorgaans (ook) een hennep-informatiebericht.

De feitelijke constatering van de (voorbereidingshandelingen voor) verkoop, levering of verstrekking van drugs of het aantreffen van daartoe aanwezige drugs is voldoende om op grond van artikel 13b Opiumwet bestuurlijk op te kunnen treden. Artikel 13b Opiumwet kan ook worden toegepast bij de bestuursrechtelijke aanpak van hennepteelt en drugslabs, aldus de Rechtbank Roermond (BQ3816 en BR3945).    

Inhoud bestuurlijke rapportage

In de bestuurlijke rapportage moet in ieder geval antwoord gegeven worden op de volgende vragen:

  • Wat is de aanleiding van het onderzoek?
  • Om welke hoeveelheid drugs gaat het?
  • Om welke soort drugs gaat het?
  • Welke drugsgerelateerde goederen (+ hoeveelheid) zijn er aangetroffen?
  • Zijn er wapens aangetroffen?
  • Is er sprake van overlast/meldingen?
  • Is er sprake van antecedenten?
  • Is er een relatie met andere panden en/of personen?
  • Is er sprake van gevaar (denk bijvoorbeeld aan brandgevaar, elektrocutiegevaar en wateroverlast)?
  • Is er een risico voor de openbare orde (gevaar ripdeals bijvoorbeeld)?
  • Waar zijn de drugs aangetroffen in het pand?
  • Indien aangetroffen op een erf met meerdere opstallen: in welke opstal zijn de drugs aangetroffen? Is er een verband met de andere opstallen?
  • Zijn de drugs getest?
  • Wie woont er? 
  • Als er niet wordt gewoond: Waaruit blijkt dat?
  • Wie is de eigenaar van het pand?
  • Zijn er zaken aangetroffen die duiden op handel (zoals meerdere gripzakjes, weegschalen, geld en meerdere telefoons)?
  • Zijn er (minderjarige) kinderen?
  • Van wie waren de drugs (in verband met het beoordelen van onschuldige medebewoners)?
  • Lagen de drugs in het zicht (van belang voor wetenschap/verwijtbaarheid medebewoners)?
  • Is er sprake van recidive (op het pand en/of op de persoon. Op de persoon zal ook terugkomen bij antecedenten)?

Ook is het handig om de bestuurlijke rapportage te voorzien van:

  • foto’s
  • verklaringen
  • plattegrond

Bevat de bestuurlijke rapportage niet alle benodigde informatie? Ga dan in gesprek met de politie.

De gemeente verzamelt en bundelt de bestuurlijke rapportage met eventuele aanvullende eigen informatie. Op grond van deze feiten kan de burgemeester overgaan tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel, zoals een last onder bestuursdwang. Daarmee kan de burgemeester  de woning of het lokaal (tijdelijk) sluiten. Ook kan een burgemeester besluiten om in plaats daarvan een last onder dwangsom op te leggen of om te volstaan met een waarschuwing. De casus kan in de lokale driehoek besproken worden. In tegenstelling tot de dossiervorming bij het gebruik van artikel 174a Gemeentewet, hoeft er bij het gebruik van artikel 13b Opiumwet geen overlast aangetoond te worden. Overlastgevende incidenten kunnen wel meewegen bij het opleggen (en motiveren van de noodzaak) van een bestuurlijke maatregel.

De overtreding moet voldoende concreet beschreven zijn en de plaats, tijd en omstandigheden moeten worden vermeld. In tegenstelling tot het strafrecht is in het bestuursrecht niet aangegeven wanneer er sprake is van voldoende wettig bewijs. Of een zaak 'bewijstechnisch' rond is, zal afhangen van de feiten en omstandigheden van het concrete geval. Dat drugshandel in relatie staat tot het betreffende pand (woning of lokaal) moet voldoende aannemelijk zijn.

© Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid