Drugscriminaliteit
- Drugscriminaliteit
- Kenniskring
- Drugsfenomenen
- Drugssoorten
- Bevoegdheden
- Artikel 13b Opiumwet
- Beoordelingskader artikel 13b Opiumwet
- Stappenplan artikel 13b Opiumwet
- Juridische uitspraken artikel 13b Opiumwet
- Bestuursrechtelijke maatregelen
- Communicatiemiddelen
- Samenwerken
- Onderzoeksrapporten
- Documenten
- Nieuws
Verwijtbaarheid
Gevolgen van de sluiting wegen zwaarder dan de noodzaak om te sluiten
ABRvS 6 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2875
De burgemeester van Heerlen sluit een woning voor de duur van 12 maanden. Dit gebeurt na een vondst van 45,2 gram hasj en 33,4 gram hennep in de slaapkamer van de zoon en meer dan 80 gram harddrugs in een keukenkastje. De rechtbank oordeelt dat de sluiting noodzakelijk is, maar alleen voor een duur van 6 maanden. De bewoonster verzoekt de voorzieningenrechter van de Afdeling om de sluiting van de woning te schorsen totdat er een uitspraak is in hoger beroep. De voorzieningenrechter weegt het belang van de burgemeester om een signaal af te geven door de in de kwetsbare wijk gelegen woning te sluiten, af tegen het belang van de verzoekster, een kwetsbaar persoon die nauwelijks tot geen mogelijkheid heeft om een nieuwe woning te huren (de verhuurder gaat over tot ontbinding van de huurovereenkomst als de woning wordt gesloten). In de woning zijn geen handelsgerelateerde voorwerpen aangetroffen en er bestaan ook geen andere aanwijzingen voor actieve drugshandel. Gelet op de grote gevolgen van een sluiting voor de verzoekster en het feit dat de leefbaarheid van de omgeving nauwelijks in het geding is, oordeelt de voorzieningenrechter dat de sluiting van de woning wordt geschorst.
Sluiting van 6 maanden onevenredig vanwege ontbreken verwijtbaarheid en nadelige gevolgen
ABRvS 26 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3076
De burgemeester van Rotterdam sluit een woning voor de duur van 6 maanden. Dit gebeurt na een vondst van 26 gram heroïne in de bijbehorende kelderbox. In de kelderbox liggen tevens attributen om drugs mee te maken. De Afdeling oordeelt dat de sluiting noodzakelijk is, gelet op de ernst van de overtreding en het feit dat de woning in een veiligheidsrisicogebied ligt. De duur van de sluiting is echter onevenwichtig, aldus de Afdeling. Appellante stelt dat zij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de drugs en dit ook niet kon zijn. Appellante was verzeild geraakt in een huwelijkscrisis en woonde als gevolg hiervan niet meer thuis. Zij verbleef enige tijd bij haar familie in Rusland en bij een vriendin in Nederland. De voormalige echtgenoot van appelante verbleef gedurende deze periode met zijn nieuwe vriendin in de woning. Haar voormalig echtgenoot heeft haar niet op de hoogte gesteld van de sluiting. De Afdeling gaat mee in het verweer van appellante en concludeert dat haar geen verwijt treft. Daarnaast zijn de nadelige gevolgen van de sluiting niet evenredig in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Met het in stand houden van de sluiting bestaat namelijk een reële kans dat appellante haar appartement gaat verliezen en op een zwarte lijst wordt geplaatst.
Drugs lagen verspreid door de woning, waardoor bekendheid met de drugs mag worden aangenomen
ABRvS 20 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2068
Verspreid door een sociale huurwoning is een handelsvoorraad soft- en harddrugs, wapens, munitie en verschillende materialen die gebruikt worden bij de handel in drugs aangetroffen. De burgemeester sluit de woning voor zes maanden. Appellante geeft aan dat de drugs van haar inwonende ex-partner zijn, dat zij geen weet had van de aangetroffen drugs en spullen en dat de sluiting onevenredige gevolgen heeft voor haar en haar kinderen. De Afdeling oordeelt dat het niet aannemelijk is dat zij niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de aangetroffen spullen, omdat de drugs verspreid lagen over een kinderslaapkamer, de ouderslaapkamer, een kelderberging en de badkamer. Appellante is er daarnaast in geslaagd om vervangende woonruimte te vinden voor haar en haar kinderen, waardoor zij niet dakloos worden. Het hoger beroep is ongegrond.
Verminderde verwijtbaarheid van de eigenaar-verhuurder
ABRvS 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1910
Een bedrijfspand wordt na de vondst van 5,3 gram cocaïne, 50 ml morfine, verpakkingsmateriaal, een weegschaal, versnijdingsmiddel, een bibi-gun en een stroomstootwapen voor 24 maanden gesloten. In 2017 is al een keer eerder 4,9 gram harddrugs aangetroffen in het pand. De Afdeling acht de sluiting noodzakelijk, maar oordeelt dat de duur van 24 maanden onevenwichtig is. Reden hiervoor is dat de eigenaar en tevens verhuurder van het bedrijfspand nooit op de hoogte is gesteld van de eerdere aangetroffen drugs. Daarnaast heeft de eigenaar aannemelijk gemaakt dat hij regelmatig controles uitvoerde op het gebruik van het pand. Naar aanleiding van onjuist gebruik van het pand heeft de eigenaar de huurovereenkomst beëindigd met de huurder, nog voordat de eigenaar op de hoogte was van de politie-inval. De burgemeester had hier reden moeten zien om verminderde verwijtbaarheid aan te nemen.
De moeder had toezicht moeten houden op wat er in de woning gebeurt
ABRvS 16 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:752
Op de slaapkamer van twee meerderjarige zoons wordt een handelshoeveelheid harddrugs aangetroffen, twee weegschaaltjes, zeven telefoons en een losse simkaart, een apparaat om plastic zakjes te sealen en zes rolletjes gekleurd plakband om plastic zakjes te sealen. De deuren van de slaapkamers stonden open en de drugs en het geld waren vanaf de gang te zien. De moeder van de zoons voert aan dat zij niet wist dat in haar woning strafbare feiten werden gepleegd en dat zij het gedrag van haar volwassen zoons niet continu hoeft te controleren. Verder voert zij aan zij in slechte geestelijke en lichamelijke gezondheid verkeert en dat het vinden van vervangende woonruimte lastig en bovendien erg duur is. De Afdeling oordeelt echter dat de moeder toezicht had moeten houden op wat er in de woning gebeurt, bijvoorbeeld door regelmatig de slaapkamers van de zoons te controleren. De zoons gebruikte ’s avonds de auto van hun moeder voor korte ritjes om de drugs te verhandelen. Ook droegen zij dure kleding en hadden zij geen werk en inkomsten op bijstandsniveau. De Afdeling acht het daarom niet geloofwaardig dat de moeder niets heeft meegekregen van de drugshandel van haar zoons. Dat zij geen vervangende woonruimte heeft treft ook geen doel. Op zitting heeft de woonstichting aangegeven dat zij de moeder een woning heeft aangeboden zonder haar zoons. Van dat aanbod heeft zij geen gebruikgemaakt. Verder heeft de burgemeester erop gewezen dat het wijkteam kan helpen bij het vinden van een woning. In het uiterste geval zet de burgemeester zich in voor een plek voor een langere periode in een pension in Amersfoort. De Afdeling oordeelt dat de burgemeester zich voldoende heeft ingespannen om te voorkomen dat de moeder dakloos wordt.
De bewoners waren op de hoogte van de activiteiten van de schoonzoon
ABRvS 23 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:553
Na aantreffen van een 7,5 kg hasj en verscheidene verboden wapens besluit de burgemeester om de woning te sluiten voor twintig weken. Ten tijde van de politie-inval waren de bewoners op vakantie. De aangetroffen drugs blijkt van de schoonzoon en zowel de bewoners als de schoonzoon geven aan dat de bewoners geen weet hadden van de drugs die werden opgeslagen in de woning. Daarnaast voeren de bewoners aan dat zij kampen met ernstige gezondheidsproblematiek en dat het voor hun niet mogelijk is om tijdelijke passende woonruimte te vinden, ook vanwege de situatie rondom het coronavirus. De Afdeling oordeelt echter dat het niet aannemelijk is dat de bewoners niet op de hoogte waren van de activiteiten van hun schoonzoon. De ruime hoeveelheid drugs werd op een plek in het plafond bewaard waar de schoonzoon niet gemakkelijk en onopgemerkt bij kon, de schoonzoon beschikt niet over een huissleutel en in 2019 is al eerder een melding geweest over het vermeende gebruik van de woning als opslagplek. De Afdeling oordeelt daarnaast dat de bewoners niet aannemelijk hebben gemaakt dat sprake is van een zodanige medische problematiek, dat zij niet tijdelijk in een andere woning kunnen verblijven. De burgemeester heeft daarnaast toegelicht dat in de gemeente en nabije omgeving sprake is van voldoende woningaanbod. De Afdeling verklaart het hoger beroep daarom ongegrond.
De burgemeester heeft onvoldoende gemotiveerd welk verwijt de betrokkenen kan worden gemaakt
ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:335
Na de conclusie van de staatsraden advocaat-generaal Widdershoven en Wattel, doet de Afdeling uitspraak in de zaak die zich afspeelt in de gemeente Waadhoeke. In deze zaak gaat het om de sluiting van een oude melkfabriek voor twaalf maanden vanwege een drugsvondst. In beroep heeft de rechtbank beslist dat de gekozen duur van twaalf maanden niet evenredig is. De Afdeling oordeelt in hoger beroep dat de burgemeester onvoldoende heeft gemotiveerd welk verwijt de betrokkenen kan worden gemaakt. Daarnaast heeft de burgemeester onvoldoende betrokken dat de melkfabriek werd bewoond, dat daarin drie bedrijven werden uitgeoefend en dat tevens publieke activiteiten werden georganiseerd in de melkfabriek. De Afdeling volgt de burgemeester niet in zijn betoog dat de beoogde doelen niet zouden kunnen worden bereikt met een kortere sluitingsduur dan twaalf maanden. Met de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat een sluiting voor de duur van zes maanden passender is.
De burgemeester had een waarschuwing moeten geven
ABRvS 7 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:742
De burgemeester besluit een bedrijfspand voor drie maanden te sluiten na aantreffen van twee kweekruimtes met meer dan 1600 hennepplanten. De Afdeling is van oordeel dat de burgemeester gebruik had moeten maken van de uitzondering in de beleidsregel om een waarschuwing te geven. De verhuurder heeft de huurder voor het aangaan van de huurovereenkomst gecontroleerd. De verhuurder heeft regelmatig controle uitgevoerd, waarbij hij het hele pand controleerde. De verhuurder heeft zelf direct de politie ingeschakeld toen hij erachter kwam dat de huurder de sloten had vervangen.
Verhuurder moet vaker controles uitvoeren vanwege eerdere hennepkwekerij
ABRvS 10 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:486
Er wordt een hennepkwekerij met 1.400 hennepplanten en 5.000 stekjes aangetroffen in een loods. In 2015 is er ook een hennepkwekerij aangetroffen in de loods. Vanwege deze eerdere overtreding, mag van de verhuurder verwacht worden dat hij de loods regelmatig controleert of laat controleren, ook al was de verhuurder in 2015 nog geen eigenaar van de loods en zit er sinds 2018 een nieuwe huurder in.
De woning dient niet nogmaals gecontroleerd te worden
ABRvS 24 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:390
In een huurwoning worden 165 planten in een henneptent aangetroffen. De burgemeester besluit de woning voor 6 maanden te sluiten. In de beroepszaak oordeelt de rechter dat een sluiting voor 6 maanden in deze zaak onevenredig lang is. Ten tijde van het sluitingsbesluit was de huurovereenkomst al geëindigd en de woning stond al bijna een maand leeg. Er is geen eerdere oogst geweest, geen illegale stroom afgetapt en er waren ook geen handelsactiviteiten.
De woning is daarnaast 5 keer geïnspecteerd door de makelaar. Binnen 2 maanden na de laatste controle is de hennepkwekerij in de woning aangetroffen. De planten die zijn aangetroffen waren nog jong, waaruit blijkt dat de hennepkwekerij er nog maar net stond. De Afdeling vindt het oordeel van de rechtbank niet onbegrijpelijk en “ziet geen reden om de rechtbank op dit punt te corrigeren”.
De verhuurder is verantwoordelijk
ABRvS 27 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2116
Een verhuurder is als eigenaar verantwoordelijk voor de gang van zaken in en om de woning. Ook als de verhuurder niet van de drugs wist, had van hem verwacht mogen worden dat hij bekend was met het gebruik van de woning en de daarin aanwezige goederen.
Van exploitanten worden adequate maatregelen verwacht
ABRvS 29 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2857
Van exploitanten van horecagelegenheden worden ‘adequate maatregelen’ verwacht om drugshandel tegen te gaan, zeker indien de buurt bekend staat vanwege drugsproblematiek.
Verhuurder heeft het pand gecontroleerd in overeenstemming met advies van de gemeente
ABRvS 13 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:794
De Afdeling oordeelt dat de sluiting onevenredig is. De verhuurder controleerde het pand eens per kwartaal, omdat dit in een folder van de gemeente werd geadviseerd ter voorkoming van een hennepkwekerij. De belanghebbende heeft gedaan wat de gemeente heeft aangeraden en heeft daarnaast zelf de politie op de hoogte gebracht van de hennepkwekerij in het pand.
Verhuurder moet controles uitvoeren op gebruik van het pand
ABRvS 17 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2462
Van een verhuurder mag worden verwacht dat hij informeert naar het gebruik van het pand. Het is niet voldoende dat de verhuurder het pand regelmatig bezoekt; hij moet controles uitvoeren die gericht zijn op het gebruik van het pand.
De verhuurder heeft onvoldoende toezicht gehouden op het pand
ABRvS 5 februari 2020, ECLI:NL:RVS:2020:363
De burgemeester sluit het pand van een aannemersbedrijf wegens het aantreffen van een hennepkwekerij. De verhuurder van het pand betoogt dat de sluiting onevenredig is, omdat de verhuurder niet op de hoogte was van de hennepkwekerij. Het betoog slaagt niet, want de verhuurder heeft onvoldoende toezicht gehouden op het pand.
Gemaakte kosten voor het sluiten van de loods onterecht verhaald op de verhuurder
ABRvS 4 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2643
De burgemeester neemt op 27 juni 2020 het besluit om een loods voor 3 maanden te sluiten vanwege een ondergrondse hennepkwekerij. De burgemeester geeft de verhuurder van de loods een termijn van 3 dagen om zelf over te gaan tot sluiting (begunstigingstermijn). De verhuurder van de loods verblijft op dat moment in het buitenland, waardoor het contact via zijn gemachtigde verloopt. De gemachtigde van de verhuurder ontvangt pas op 2 juli een afschrift van het sluitingsbesluit; 1 dag voor de sluitingsdatum (3 juli).
Dit betekent dat het besluit niet op 27 juni, maar op 2 juli in werking is getreden. Sluiting van de loods op 3 juli valt daardoor binnen de begunstigingstermijn van 3 dagen, waardoor de verhuurder de loods niet zelf heeft kunnen sluiten. De Afdeling oordeelt daarom dat de burgemeester de gemaakte kosten voor het sluiten van de loods onterecht heeft verhaald op de verhuurder.
Het onderscheid in sluitingsbeleid tussen particuliere verhuurders en woningcorporaties is niet onrechtmatig
ABRvS 11 november 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2704
Een particulier verhuurbedrijf heeft door zelf uitgevoerde controles in een woning een hennepkwekerij van 2 maanden oud ontdekt, nog voordat er was geoogst. Het verhuurbedrijf heeft de huurovereenkomst ontbonden en de politie ingeschakeld. De burgemeester besluit de woning voor 3 maanden te sluiten. Het verhuurbedrijf betoogt dat er sprake is van ongelijke behandeling, omdat een woning van een woningcorporatie in eenzelfde situatie niet wordt gesloten.
De Afdeling oordeelt echter dat het gemaakte onderscheid tussen particuliere verhuurders en woningcorporaties niet onrechtmatig is. Een woningcorporatie heeft als kerntaak de huisvesting van mensen die moeite hebben met het vinden van een passende en betaalbare woning. Daar komt bij dat in het wooncomplex meerdere malen drugs zijn aangetroffen, waardoor de signaalfunctie van de sluiting zwaarder weegt.