Drugscriminaliteit
- Drugscriminaliteit
- Kenniskring
- Drugsfenomenen
- Drugssoorten
- Bevoegdheden
- Artikel 13b Opiumwet
- Beoordelingskader artikel 13b Opiumwet
- Stappenplan artikel 13b Opiumwet
- Juridische uitspraken artikel 13b Opiumwet
- Bestuursrechtelijke maatregelen
- Communicatiemiddelen
- Samenwerken
- Onderzoeksrapporten
- Documenten
- Nieuws
Noodzakelijkheid sluiting
Geld en versnijdingsmiddelen zijn voldoende bewijs van het voorbereiden van handel en productie
ABRvS 9 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3220
De burgemeester van Rotterdam sluit een woning voor de duur van 6 maanden vanwege voorbereidingshandelingen. De politie vond een grote hoeveelheid verpakt briefgeld en grote hoeveelheden grondstoffen (fenacetine, cafeïne en paracetamol) om heroïne mee te maken in de woning. De Afdeling oordeelt ten eerste dat het aannemelijk is dat de appellant de stoffen voorhanden had met het doel om drugs te produceren. De grote geldbedragen in de woning zijn een signaal van handel en uit de wisselende verklaringen van de appellante blijkt dat hij de stoffen voorhanden had met de intentie om drugs te vervaardigen. De Afdeling oordeelt daarnaast dat de sluiting door de burgemeester noodzakelijk is, vanwege de ligging van de woning in een veiligheidsrisicogebied.
Sluiting noodzakelijk wegens signaalfunctie
ABRvS 9 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3233
In een huurwoning in Amsterdam wordt een hennepplantage met 1056 planten en 64 assimilatieplanten aangetroffen. Ook is er sprake van diefstal van energie en is de woning niet meer bewoonbaar. De burgemeester sluit de woning voor de duur van 3 maanden. De Afdeling acht de sluiting noodzakelijk. De woning ligt in een voor drugscriminaliteit kwetsbare wijk. Daarnaast heeft de burgemeester terecht een signaal aan de buurt willen afgeven dat er handhavend wordt opgetreden door de overheid. Het ging daarnaast om een grote en professionele kwekerij. Dat er een maand is verstreken tussen de inval en de sluiting is niet zo lang geleden dat de doelen niet meer bereikt zouden kunnen worden. Daarnaast oordeelt de Afdeling dat de nadelige gevolgen voor de verhuurders (mislopen huur) niet onevenredig zijn in verhouding met de tot het besluit te dienen doelen.
Sluiting eetcafé is noodzakelijk vanwege bekendheid als drugspand
ABRvS 26 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3078
Naar aanleiding van een anonieme melding over drugshandel doet de politie een doorzoeking in een eetcafé in Maassluis. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat in het café bij meerdere bezoekers ponypacks cocaïne zijn aangetroffen. De burgemeester van Maassluis sluit het eetcafé voor de duur van 3 maanden. De Afdeling oordeelt dat de burgemeester nader onderzoek had moeten doen naar de informatie uit de bestuurlijke rapportage nadat de appellant de informatie in de bestuurlijke rapportage heeft betwist. Zo bevat de rapportage geen informatie over de herkomst en de inhoud van de anonieme meldingen. Voor het verdere onderzoek en de beoordeling van het hoger beroep heeft de Afdeling kennis genomen van de informatie die naderhand is verstrekt door het Team Criminele Inlichtingen. Uit deze informatie blijkt onder meer dat er meerdere meldingen zijn gedaan over drugshandel vanuit het café. Deze meldingen worden ondersteund door politieobservaties. Op basis daarvan oordeelt de Afdeling dat de burgemeester heeft mogen concluderen dat het eetcafé bekendstaat als een drugspand. De Afdeling verklaart het hoger beroep gegrond, maar laat de sluiting instant.
Brandgevaarlijke situatie is onvoldoende om de noodzakelijkheid van de sluiting aan te tonen
ABRvS 22 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1765
Op de zolder van een woning is een hennepkwekerij met 58 hennepplanten en/of hennepstekken aangetroffen. De burgemeester besluit de woning voor drie maanden te sluiten, omdat de hennepkwekerij zorgde voor brandgevaar. In hoger beroep oordeelt de Afdeling echter dat de burgemeester onvoldoende heeft gemotiveerd dat niet kan worden volstaan met een minder ingrijpende maatregel dan sluiting. Volgens de Afdeling kan de noodzaak tot sluiting niet alleen worden ontleend aan het bestaan van een brandgevaarlijke situatie. Daarnaast heeft de burgemeester onvoldoende onderbouwd dat er sprake is van brandgevaar als gevolg van de hennepkwekerij.
Sluiting is noodzakelijk vanwege eerdere meldingen en incidenten
ABRvS 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1916
Een horeca-inrichting wordt voor negen maanden gesloten nadat een zakje met 9,7 gram hasj is aangetroffen. De klanten die op het moment van de doorzoeking in de horeca-inrichting waren, zijn gefouilleerd en bij drie klanten is hasj en/of hennep aangetroffen. In de rookruimte hing een sterke wietlucht en er lag een asbak met daarin diverse opgerookte joints. Er is sprake van een ernstige situatie vanwege eerdere incidenten van overlast, geweld en verstoringen van de openbare orde. Daarnaast verkeert de exploitant in kringen van personen met criminele antecedenten en is er sprake van schijnbeheer. Op basis hiervan mag de burgemeester de sluiting noodzakelijk achten
Onvoldoende bewijs van feitelijke handel
ABRvS 6 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1913
De burgemeester van Eindhoven sluit een woning voor de duur van vier maanden na de vondst van 79,66 gram cocaïne (verdeeld over 87 zakjes) op de slaapkamer van de oudste zoon. De Afdeling oordeelt echter dat er te weinig aanwijzingen zijn om aan te nemen dat er in of vanuit de woning drugs werden verhandeld. Daarnaast had de zoon al vóór het besluit tot sluiting de woning verlaten door bij zijn vader in te trekken. De burgemeester had niet kunnen concluderen dat de sluiting van de woning noodzakelijk was voor het herstel van de openbare orde en het woon- en leefklimaat, aldus de Afdeling.
Sluiting van een woning is noodzakelijk vanwege drugshandel vanuit de woning
ABRvS 13 juni 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1654
De burgemeester besluit een woning te sluiten voor de duur van 3 maanden na constatering van handelsactiviteiten en aantreffen van grote hoeveelheden hennep in de woning. De bewoner van de woning betoogt dat sluiting van de woning niet noodzakelijk is, omdat er niet vanuit de woning wordt gehandeld. Daarnaast voert hij aan dat de burgemeester geen rekening heeft gehouden met de mogelijke beëindiging van zijn huurcontract als gevolg van de sluiting. De Afdeling oordeelt echter dat de burgemeester mocht aannemen dat er sprake was van drugshandel in of vanuit de woning. De Afdeling geeft hiertoe de volgende redenen. De bewoner is bij de politie bekend als iemand die zich in het drugsmilieu begeeft. Hij verliet de woning met grote hoeveelheden hennep. In de woning zijn grote hoeveelheden hennep aangetroffen, tezamen met een weegschaal. Over de evenredigheid van de sluiting oordeelt de Afdeling dat de burgemeester geen aanleiding heeft om aan te nemen dat de huurovereenkomst zal worden ontbonden. Daarnaast beschikt de overtreder over ten minste 13.000 euro contant geld, wat hij kan gebruiken voor een vervangende woonruimte.
Tijdsverloop speelt een rol bij de beoordeling van een sluiting
ABRvS 8 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2756
Deze uitspraak biedt duidelijkheid over ‘hoe moet worden omgegaan met tijdsverloop na het nemen van een bestuursdwangbesluit op grond van artikel 13b van de Opiumwet’. De Afdeling bepaalt dat tijdsverloop ertoe kan leiden dat sluiting van een pand niet meer bijdraagt aan het bereiken van de beoogde doelen. De Afdeling overweeg hierover het volgende: ‘Als een burgemeester een pand nog niet feitelijk heeft gesloten en daar nog wel toe wil overgaan, moet hij daarom opnieuw een beoordeling maken van de noodzaak van het alsnog sluiten als meer dan één jaar is verstreken sinds de datum dat de sluiting volgens het bestuursdwangbesluit in zou zijn gegaan’.
Drugs waren bestemd voor 1 coffeeshophouder
ABRvS 15 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:799
De Afdeling oordeelt dat de noodzaak om de woning te sluiten relatief beperkt is. De aangetroffen drugs waren slechts bestemd voor verkoop aan één coffeeshophouder. Er waren geen meldingen van overlast of feitelijke drugshandel. Daarnaast lijkt er in slechts beperkte mate sprake te zijn geweest van ‘loop’ naar de woning.
De woning dient niet nogmaals gecontroleerd te worden
ABRvS 24 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:390
In een huurwoning worden 165 planten in een henneptent aangetroffen. De burgemeester besluit de woning voor 6 maanden te sluiten. In de beroepszaak oordeelt de rechter dat een sluiting voor 6 maanden in deze zaak onevenredig lang is. Ten tijde van het sluitingsbesluit was de huurovereenkomst al geëindigd en de woning stond al bijna een maand leeg. Er is geen eerdere oogst geweest, geen illegale stroom afgetapt en er waren ook geen handelsactiviteiten.
De woning is daarnaast 5 keer geïnspecteerd door de makelaar. Binnen 2 maanden na de laatste controle is de hennepkwekerij in de woning aangetroffen. De planten die zijn aangetroffen waren nog jong, waaruit blijkt dat de hennepkwekerij er nog maar net stond. De Afdeling vindt het oordeel van de rechtbank niet onbegrijpelijk en “ziet geen reden om de rechtbank op dit punt te corrigeren”.
Noodzaak om te sluiten is groter bij harddrugs dan bij softdrugs
ABRvS 29 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2388
Noodzaak om tot sluiting over te gaan is in beginsel groter bij het aantreffen van harddrugs dan bij het aantreffen van softdrugs.
Sluiting is noodzakelijk vanwege de bekendheid van de vrouw als drugsdealer
ABRvS 29 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3251
In een woning wordt 7,8 gram hennep aangetroffen. Deze hoeveelheid is aanwezig voor de verkoop. De vrouw brengt drugs rond in haar auto. De burgemeester heeft de noodzakelijkheid van de sluiting van de woning onvoldoende aangetoond, nu de vrouw niet vanuit de woning handelt. De Afdeling kan de burgemeester daardoor niet volgen in het oordeel dat geen sprake is van een leedtoevoegende sanctie.
vervolg: ABRvS 24 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3482
De burgemeester heeft voldoende aangetoond dat de vrouw bekendheid genoot in het criminele drugscircuit. Hiermee heeft de burgemeester de noodzakelijkheid van de sluiting aangetoond, evenals het herstellende effect van de sluiting.
Geen sprake van spoedeisendheid
ABRvS 4 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1131
Een horecagelegenheid wordt onmiddellijk gesloten voor onbepaalde tijd. Gelet op het tijdsverloop tussen het incident en de sluiting, had de burgemeester niet mogen afzien van het stellen van een begunstigingstermijn.
De gevolgen van de sluiting zijn groter dan de noodzaak om te sluiten
ABRvS 30 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3651
Sluiting leidt ertoe dat de belanghebbende 3 maanden op straat komt te staan. Vanwege zijn ernstige psychische problemen heeft de belanghebbende een stabiele en rustige woonomgeving nodig. De burgemeester heeft onvoldoende gemotiveerd dat de dak- en thuislozenopvang een dergelijke woonomgeving is. De noodzaak om de woning te sluiten is minder groot dan de gevolgen van de sluiting voor de bewoner.
De noodzaak om te sluiten neemt toe vanwege drugsgerelateerde activiteiten in de omgeving
ABRvS 27 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:160
De burgemeester sluit een woning na aantreffen van 69,5 gram softdrugs, 2 gripzakjes met henneptoppen, plastic boterhamzakjes en hennepresten. Dat de sluiting in dit geval noodzakelijk is, motiveert de burgemeester onder andere door te wijzen op de Opiumwetovertredingen in de nabije omgeving van de woning. Sluiting geeft namelijk het zichtbare signaal af naar drugscriminelen en omwonenden dat de overheid optreedt tegen drugscriminaliteit in woningen. De Afdeling oordeelt dat dit inderdaad zwaar mag meewegen in de overweging van de burgemeester om de woning te sluiten.