Secondant: ‘Handhaving van milieunormen begint bij de politieke wil’
Om milieucriminaliteit echt goed te kunnen aanpakken, moet er volgens milieuofficier Rob de Rijck nog heel wat gebeuren. De verhouding tussen straf- en bestuursrecht moet bijvoorbeeld beter, zegt hij in Secondant. En vaak duren de strafzaken te lang en daar rolt niet zelden een lage straf uit. “Ik ben niet per se uit op hogere straffen, maar het moet wel menens zijn.”
Foto: Liesbeth Dingemans
Dierrechten
Een jaar of 3 geleden deed Rob de Rijck, landelijk coördinerend milieuofficier bij het Functioneel Parket, een zitting bij de Brabantse politierechter. Een veehouder overschreed zijn toegelaten aantal dierrechten. “Ik word hier behandeld als een crimineel”, zei hij boos. Jazeker, hij had te veel dieren, maar hij vond het waanzin om dat als criminaliteit te bestempelen.
Strafrecht
De boer zag het meer als een overtreding in de zin van te hard rijden. Als je betrapt wordt, dan reken je af en daarmee basta. “Het klassieke strafrecht dat al eeuwen bestaat, spreekt van diefstal, openlijk geweld en verkrachting”, merkt De Rijck op. “Maar als we het hebben over normering in de varkenshouderij, röntgenstraling of de bescherming van dieren en planten, dan voelt dat anders.” In de milieuwetgeving staan beschrijvingen als ‘hij die de vergunning, als bedoeld in zus en zo, tenzij dit en dat … ’. Dit klinkt abstract en verre van rauw, zoals moord en roof.
Milieucriminaliteit
Milieucriminaliteit is enorm divers. Het draait om mestfraude, illegale handel in en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, illegale handel in beschermde dieren en planten, afvalcriminaliteit, emissies in de lucht, gesjoemel met bodem- en grondstromen, enzovoorts. Dit alles vormt een serieuze dreiging voor onze bodem- en waterkwaliteit, en daarmee onze volksgezondheid, maar ook voor de biodiversiteit.
Wat maakt het aanpakken van milieucriminaliteit zo lastig?
Het aanpakken van milieucriminaliteit is lastig. De Rijk legt uit waarom: “Om verschillende redenen. Niet alle milieudelicten zijn direct zichtbaar en ernstig. Een levende kaketoe die gewikkeld in een plastic fles wordt gevonden in een koffer op Schiphol, is onmiddellijk zichtbaar ernstig. Maar bij onzichtbaar gas dat in de lucht ontsnapt, voelen we geen urgentie. Is dat nou zo erg, vraagt het publiek zich af.”