Secondant: De straffende officier van justitie
Al meer dan 10 jaar bestaat de strafbeschikking. Daarmee legt niet de rechter, maar de officier van justitie een straf op. De gedachte is dat dan minder verdachten de gang naar de rechter maken. Dan hebben rechters het minder druk. Bert Berghuis kijkt in zijn nieuwe column in Secondant of de strafbeschikking in de praktijk goed werkt.
Strafbeschikking
Sinds 2008 kan de officier van justitie (OvJ) zelfstandig een straf opleggen bij overtredingen en misdrijven waarvoor maximaal 6 jaar gevangenisstraf kan worden opgelegd. Dat zijn strafbare feiten als: eenvoudige mishandeling, winkeldiefstal, openbare dronkenschap en bedreiging. De OvJ legt dan een zogeheten strafbeschikking op.
Strafblad
Een strafbeschikking is niet hetzelfde als de al langer bestaande transactie. Een belangrijk verschil is dat de strafbeschikking leidt tot een aantekening in het strafblad. Dat gebeurt niet bij de transactie. Dat kan negatieve gevolgen hebben bij het zoeken naar werk in de toekomst. De gevolgen van een strafbeschikking zijn dus ingrijpender voor de verdachte dan de transactie.
Gang naar de rechter
Berghuis kijkt of de strafbeschikking inderdaad de gang naar de rechter heeft verminderd. In de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp voor de strafbeschikking, ging men uit ervan dat er 44.000 minder zaken bij de kantonrechter zouden terechtkomen. En er zouden 21.000 minder bij de rechtbank terechtkomen. Inderdaad komen er nu t.o.v. 2008 veel minder zaken bij de kantonrechter, naar schatting zijn dat er zelfs 75-80.000 minder.