Meer Rotterdamse jongeren verdacht van extreem geweld
Het aantal jongeren in Rotterdam dat verdacht wordt van het plegen van extreem geweld fors is toegenomen. Dat blijkt uit een analyse van de Rotterdamse politie.
In 2022 waren jongeren tot 23 jaar betrokken bij 40% van alle zware geweldsincidenten, zoals aanslagen op huizen met explosieven of automatische wapens, en liquidaties. De afgelopen jaren schommelde dat percentage rond de 30%. Ook het aantal schietincidenten is gestegen. Zo waren er in 2015 67 schietincidenten in de stad. Tot en met oktober van dit jaar waren het er al 116.
Zorgen
De politie in Rotterdam maakt zich zorgen over deze ontwikkeling. Ze ziet dat vooral kwetsbare jongeren worden geronseld door criminelen met de belofte van snel geld. Sectorhoofd Wietske Straafhof: "Ze zijn jong en kijken naar de korte termijn. Die dure jas, sneakers of telefoon, die anderen hebben, die willen zij dus ook.”
De ronselpraktijken concentreren zich volgens de politie niet meer alleen op specifieke pleinen waar jongeren hangen. Ze komen uit de hele stad en zijn relatief inwisselbaar, omdat het aanbod groter is geworden.
Volgens Straathof en haar collega Wim Hoek hebben de bezuinigingen op jongerenwerk in combinatie met corona bijgedragen aan het verliezen van zicht op de jongeren. Straathof: "Een goede jongerenwerker die vertrouwd wordt, kan signalen tijdig opvangen. Als zo’n jongere in het vizier is, kan voorkomen worden dat hij afglijdt of geronseld wordt.”
De Toolbox Wapens en Jongeren van het CCV biedt gemeenten een brede selectie aan preventieve en repressieve maatregelen tegen wapens. Gemeenten kunnen zelf kiezen waar ze gebruik van willen maken. Dat geldt voor de gemeenten die meedoen met het actieplan Wapens en Jongeren, maar ook voor gemeenten die de aanpak van wapens actief willen oppakken en zich hier niet bij hebben aangesloten.