Product toegevoegd aan winkelmand
 
Terug naar nieuwsoverzicht

Beleidsreactie WODC-onderzoek naar de toepassing van artikel 13b Opiumwet gepubliceerd

Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) heeft onderzoek gedaan naar de toepassing van artikel 13b Opiumwet. De minister heeft in een Kamerbrief gereageerd op de aanbevelingen van dit onderzoek. De beleidsreactie en de beantwoording van de kamervragen zijn nu terug te vinden in het webdossier bestuurlijke aanpak drugscriminaliteit.

Artikel 13b Opiumwet

Artikel 13b Opiumwet geeft een burgemeester de bevoegdheid maatregelen te treffen wanneer er in woningen of lokalen of op een daarbij behorend erf drugs worden verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn, of wanneer voorwerpen of stoffen worden aangetroffen die bestemd zijn voor het bereiden of telen van drugs.

Op grond van artikel 13b Opiumwet kan een burgemeester een waarschuwing geven, een last onder dwangsom opleggen of een pand of bijbehorend erf sluiten met toepassing van bestuursdwang. Het doel van een pandsluiting is het stoppen van de overtreding van drugswetgeving daar ter plaatse en het voorkomen van verdere overtreding. Sluiting neemt de bekendheid van het pand als drugspand weg en haalt de ‘loop’ uit het pand. Daarmee wordt het pand onttrokken aan het drugscircuit.

Uitkomsten onderzoek

Het WODC-onderzoek laat zien dat de bevoegdheid in artikel 13b Opiumwet tussen 1 januari 2018 en 1 juni 2020 door een groot aantal Nederlandse burgemeesters is toegepast. In de meeste gevallen ging het om het geven van een waarschuwing of de sluiting van een pand, vaak een woning. Burgemeesters maken minder gebruik van de mogelijkheid om een last onder dwangsom op te leggen. De onderzoekers constateren dat na toepassing van artikel 13b Opiumwet weinig sprake is van recidive.

Op basis daarvan stellen zij dat kan worden geconcludeerd dat het toepassen van de bevoegdheid in artikel 13b Opiumwet effectief is in het beëindigen van de overtreding en het voorkomen van herhaling van die overtreding. Daarnaast zou de toepassing van artikel 13b Opiumwet ook zorgen voor een afschrikwekkend effect voor overtreders en de buitenwereld. De onderzoekers zien echter ook een aantal zaken die voor verbetering vatbaar zijn. Daarom doen zij een zevental aanbevelingen waarop de minister in de kamerbrief per aanbeveling ingaat.

CCV aan de slag met reactie

Het CCV helpt de minister bij de bestuurlijke aanpak van drugscriminaliteit. Zo is er een stappenplan beschikbaar voor gemeenten voor de toepassing van artikel 13b Opiumwet als onderdeel van een uitgebreid webdossier over de bestuurlijke aanpak van drugscriminaliteit. Daarnaast organiseert het CCV een kenniskring over de bestuurlijke aanpak van drugscriminaliteit.

Ook worden verspreid door het land tien edities gemaakt van de Talkshow ‘Crimineel Verpand?’, waarin artikel 13b Opiumwet een belangrijke rol speelt. In de genoemde talkshows is ook aandacht voor de relatie tussen gemeenten en woningcorporaties, particuliere verhuurders, institutionele beleggers, de makelaardij en andere partijen met een relatie tot vastgoed. Om de aanbevelingen uit het WODC-onderzoek goed te betrekken bij de reeds bestaande handvatten voor gemeenten, heeft de minister het CCV gevraagd om de aanbevelingen te verwerken in de producten die het beschikbaar stelt aan gemeenten. Het CCV gaat hier de komende tijd mee aan de slag.

Beleidsreactie in kenniskring

De beleidsreactie wordt verder kort toegelicht in de kenniskring bestuurlijke aanpak drugscriminaliteit van dinsdag 14 december. In deze kenniskring verbindt het CCV professionals die zich bezighouden met de bestuurlijke aanpak van drugscriminaliteit met elkaar. Aan de kenniskring nemen ongeveer 120 gemeenten deel. Wil je ook deelnemen aan de kenniskring? Meld je dan aan.

© Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid