
5. Gebruik van het bouwwerk
Na afronding van stap 4 begint een nieuwe cyclus, namelijk die van het gebruik van het bouwwerk. In deze fase ligt de nadruk op de O-maatregelen, dus op het beheer en gebruik van het gebouw en de daarin aanwezige B- en I-maatregelen.
Oplevering en ingebruikname zijn vaak verschillende momenten (het maakt ook nog een groot verschil of het om nieuwbouw gaat of renovatie). Eigenaar (verantwoordelijk voor B en I) en gebruiker (verantwoordelijk voor O) zijn vaak niet dezelfde. De mogelijkheid bestaat dus dat de O-maatregelen nog niet zijn geïmplementeerd op het moment van oplevering van de B- en de I-maatregelen.
Om te beoordelen of het gebouw integraal brandveilig is, is het echter terdege van belang dat de O-maatregelen bekend en in uitvoering zijn. Als in het IPB onafhankelijke beoordeling van de integrale brandveiligheid geëist is, kan toetsing pas gebeuren op het moment dat de O-maatregelen uit het IPB geïmplementeerd en aantoonbaar zijn.
In de gebruiksfase zijn de O-maatregelen aan de orde: instandhouding, onderhoud, testen, alarmopvolging, het monitoren van de juiste stapelhoogte, goederenklasse en juist gebruik van de ruimte. Dit vergt een helder werkproces en de juiste vaardigheden van de gebruiker van het gebouw.
In uiterste gevallen kan dit gehele proces van beheer en gebruik onder certificaat worden uitgevoerd. Object van certificatie is dan het veiligheidsmanagementsysteem dat de gebruiker van het gebouw hanteert.
In bepaalde gevallen is het noodzakelijk om na te gaan of het IPB moet worden aangepast. Dit doet zich voor bij verbouwingswerkzaamheden of wanneer de activiteiten in, of de indeling van het gebouw gewijzigd zijn. Stap 6 gaat in op de aanpassing van het IPB aan de feitelijke omstandigheden.
Meer informatie
Kijk voor meer informatie over deze stap in het handboek Model IBB.