Product toegevoegd aan winkelmand
 

Expert

stappenplan
 

2. Het Integraal Plan Brandbeveiliging

De informatie uit de inventarisatie en de gemaakte keuzes worden vastgelegd in het Integraal Plan Brandveiligheid (IPB). In dit IPB liggen de eisen van de eisende partijen verankerd (dus ook ten aanzien van vergunning- of meldingsplicht). Het IPB beschrijft voor het desbetreffende individuele bouwwerk een samenhangend geheel van Bouwkundige, Installatietechnische en Organisatorische brandbeveiligingsmaatregelen (kortweg: BIO-maatregelen), de onderlinge samenhang, uitgangspunten en eventuele eisen aan de uitvoering van die maatregelen.

In het IPB worden de gemaakte keuzes voor brandveiligheid uit stap 1 ‘bevroren’. Er wordt vastgelegd hoe de brandveiligheidsvoorzieningen in het bouwwerk worden gerealiseerd. Het IPB blijft gedurende alle fasen (ontwerp, aanleg, beheer en gebruik) het referentiedocument waarop partijen kunnen terugvallen als ze willen weten wat de gemaakte afspraken zijn.

In bijlage 2 is de inhoudsopgave opgenomen van een IPB. Indien consequent gevolgd, wordt automatisch aandacht gegeven aan alle relevante integrale brandveiligheidsaspecten voor het bouwwerk.

Het IPB is gedurende stap 2 en 3 van het model IBB vergelijkbaar met bouw- of installatietekeningen. Het is een dynamisch document waar op basis van actuele (on)mogelijkheden wijzigingen in worden aangebracht.

Versiebeheer

Het begint met een versie 1 aan het eind van de definitiefase. Hierin worden alle uitgangspunten vastgelegd met een uitgebreide onderbouwing. Versie 1 van het IPB is het vertrekpunt voor het ontwerp en daaraan wordt het ontwerp ook getoetst. In het IPB worden de uitkomsten van bouwplantoetsingen en relevante vergunningaanvragen geregistreerd. Vervolgens treden er tijdens het ontwerp en de uitvoering van het bouwwerk onvermijdelijk allerlei wijzigingen op. Op veel aspecten worden verfijningen doorgevoerd. Zo ontstaat versie 2 van het IPB. Deze versie moet ook een toelichting en verantwoording bevatten over afwijkingen ten opzichte van versie 1. In sommige gevallen ontstaan zelfs subversies; dit maakt voor het principe van het IPB niet uit.

Na de oplevering en ingebruikname (zie stap 4 en 5) ontstaan wijzigingen in het bouwwerk en het gebruik. Daartoe moet het IPB periodiek herijkt worden (zie stap 6). Zo ontstaat een versie 3 van het IPB. In de vervolgversies worden de uitkomsten van bijvoorbeeld inspecties geregistreerd, met een verwijzing naar het desbetreffende inspectierapport.

Versiebeheer is voor het IPB van groot belang. Eventuele wijzigingen moeten niet ten koste gaan van het afgesproken brandbeveiligingsniveau. Wijzigingen in het IPB mogen alleen worden aangebracht door de IPB-opsteller. Het gewijzigde IPB dient vervolgens ook weer te worden goedgekeurd door de opdrachtgever en de betrokken gemeentelijke diensten (bouwtoezicht, brandweer) en eventueel de verzekeraar.

Leidraad beheer, onderhoud en toetsing

Het IPB bevat informatie en relevante verwijzingen met betrekking tot de brandveiligheid van het bouwwerk. Relevante documenten, zoals tekeningen, beschrijvingen, testrapporten, logboeken, onderhouds- en bedieningsvoorschriften, contracten, checklists, beslisdocumenten en dergelijke, zijn benoemd in en dus beschikbaar via het IPB. Op die manier is het IPB een beknopte samenvatting van alle informatie over het integrale brandbeveiligingsconcept voor het desbetreffende bouwwerk.

Het IPB is een handig hulpmiddel voor brandweer en bouwtoezicht bij de toetsing van het bouwplan aan de wettelijke eisen en controles aan de hand van de vergunningvoorschriften. Het brengt de resultaten van de inventarisatie en de gemaakte brandveiligheidkeuzes duidelijk in kaart. Het IPB is zo een onmisbare schakel tussen de bouw- en installatietekeningen en vergunningen. Verder vormt het IPB het ‘gezamenlijk geheugen’ waarin de gemaakte afspraken over integrale brandveiligheid zijn opgenomen.

Het IPB biedt de gebouwgebruiker een leidraad voor het beheer en onderhoud van brandbeveiligingsvoorzieningen. Daarnaast biedt het hem in de interactie met vergunningverlener en eventueel verzekeraar de informatie over wat de partners in brandbeveiliging van elkaar mogen verwachten. Bovendien kan met het IPB op een transparante wijze invulling worden gegeven aan de wettelijke aantoonplicht van de gebruiker. In het IPB zijn de keuze- en de acceptatiecriteria van het bevoegd gezag, in het kader van gelijkwaardige oplossingen, immers gemotiveerd en onderbouwd opgenomen.

Uit het voorgaande blijkt wel dat de opsteller van het IPB over een grondige kennis van alle aspecten van risicobeoordeling, wet- en regelgeving, schadebeheersing en BIO-maatregelen moet beschikken. Een slecht IPB zal een slecht brandbeveiligingsconcept tot gevolg hebben. Omdat het IPB een kritisch document is voor het eindresultaat, is de kwaliteit van de opsteller en de toetsing van het IPB aan criteria gebonden. Verder moeten de eigenaar/gebruiker, bouwtoezicht en brandweer, en eventueel ook de verzekeraar zich met het IPB akkoord verklaren.

Risicovolle en standaard bouwwerken

Voor bepaalde risicovolle bouwwerken moet een specifiek IPB worden gemaakt. Voor bepaalde gebouwtypen die veelvuldig voorkomen (kantoren, hotels) kan een standaard brandbeveiligingsconcept en dus ook een standaard-IPB worden ontwikkeld. Hoewel standaard, moet ook een dergelijk IPB volgens de spelregels worden opgesteld en geaccordeerd. Het is immers naast vertrekpunt ook communicatiemiddel over de vastgelegde afspraken, waarop in de toekomst een beroep gedaan kan worden.

In het IPB wordt ook bepaald op welke wijze toezicht wordt gehouden op de kwaliteit van de individuele maatregelen en hun onderlinge samenhang. Hiervoor onderscheidt het model IBB twee niveaus:

  • Beoordelingsniveau 1 = de samenhang van maatregelen
  • Beoordelingsniveau 2 = de kwaliteit van de individuele maatregelen.

Meer informatie

Kijk voor meer informatie over deze stap in het handboek Model IBB.